Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitrazen (to cease raging) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
raas uit
raast uit
raast uit
razen uit
razen uit
razen uit
Present perfect tense
heb uitgeraasd
hebt uitgeraasd
heeft uitgeraasd
hebben uitgeraasd
hebben uitgeraasd
hebben uitgeraasd
Past tense
raasde uit
raasde uit
raasde uit
raasden uit
raasden uit
raasden uit
Future tense
zal uitrazen
zult uitrazen
zal uitrazen
zullen uitrazen
zullen uitrazen
zullen uitrazen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitrazen
zou uitrazen
zou uitrazen
zouden uitrazen
zouden uitrazen
zouden uitrazen
Subjunctive mood
raze uit
raze uit
raze uit
raze uit
raze uit
raze uit
Past perfect tense
had uitgeraasd
had uitgeraasd
had uitgeraasd
hadden uitgeraasd
hadden uitgeraasd
hadden uitgeraasd
Future perf.
zal uitgeraasd hebben
zal uitgeraasd hebben
zal uitgeraasd hebben
zullen uitgeraasd hebben
zullen uitgeraasd hebben
zullen uitgeraasd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgeraasd hebben
zou uitgeraasd hebben
zou uitgeraasd hebben
zouden uitgeraasd hebben
zouden uitgeraasd hebben
zouden uitgeraasd hebben
Present bijzin tense
uitraas
uitraast
uitraast
uitrazen
uitrazen
uitrazen
Past bijzin tense
uitraasde
uitraasde
uitraasde
uitraasden
uitraasden
uitraasden
Future bijzin tense
zal uitrazen
zult uitrazen
zal uitrazen
zullen uitrazen
zullen uitrazen
zullen uitrazen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitrazen
zou uitrazen
zou uitrazen
zouden uitrazen
zouden uitrazen
zouden uitrazen
Subjunctive bijzin mood
uitraze
uitraze
uitraze
uitraze
uitraze
uitraze
Du
Ihr
Imperative mood
raas uit
raast uit

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uithozen
do
uitlezen
read
uitlozen
do
uitraken
do
uitrapen
do
uitreden
drove out
uitroken
fumigate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

uitkristalliseren
crystallize
uitlopen
leave
uitpennen
do
uitpikken
pick off
uitpompen
pump
uitproberen
work this out
uitrapen
do
uitreden
drove out
uitschrappen
scrape
uitschuiven
extend

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cease raging':

None found.