Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uithozen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of uithozen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
hoos uit
I do
hoost uit
you do
hoost uit
he/she/it does
hozen uit
we do
hozen uit
you all do
hozen uit
they do
Present perfect tense
heb uitgehoosd
I have done
hebt uitgehoosd
you have done
heeft uitgehoosd
he/she/it has done
hebben uitgehoosd
we have done
hebben uitgehoosd
you all have done
hebben uitgehoosd
they have done
Past tense
hoosde uit
I did
hoosde uit
you did
hoosde uit
he/she/it did
hoosden uit
we did
hoosden uit
you all did
hoosden uit
they did
Future tense
zal uithozen
I will do
zult uithozen
you will do
zal uithozen
he/she/it will do
zullen uithozen
we will do
zullen uithozen
you all will do
zullen uithozen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uithozen
I would do
zou uithozen
you would do
zou uithozen
he/she/it would do
zouden uithozen
we would do
zouden uithozen
you all would do
zouden uithozen
they would do
Subjunctive mood
hoze uit
I do
hoze uit
you do
hoze uit
he/she/it do
hoze uit
we do
hoze uit
you all do
hoze uit
they do
Past perfect tense
had uitgehoosd
I had done
had uitgehoosd
you had done
had uitgehoosd
he/she/it had done
hadden uitgehoosd
we had done
hadden uitgehoosd
you all had done
hadden uitgehoosd
they had done
Future perf.
zal uitgehoosd hebben
I will have done
zal uitgehoosd hebben
you will have done
zal uitgehoosd hebben
he/she/it will have done
zullen uitgehoosd hebben
we will have done
zullen uitgehoosd hebben
you all will have done
zullen uitgehoosd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgehoosd hebben
I would have done
zou uitgehoosd hebben
you would have done
zou uitgehoosd hebben
he/she/it would have done
zouden uitgehoosd hebben
we would have done
zouden uitgehoosd hebben
you all would have done
zouden uitgehoosd hebben
they would have done
Present bijzin tense
uithoos
I do
uithoost
you do
uithoost
he/she/it does
uithozen
we do
uithozen
you all do
uithozen
they do
Past bijzin tense
uithoosde
I did
uithoosde
you did
uithoosde
he/she/it did
uithoosden
we did
uithoosden
you all did
uithoosden
they did
Future bijzin tense
zal uithozen
I will do
zult uithozen
you will do
zal uithozen
he/she/it will do
zullen uithozen
we will do
zullen uithozen
you all will do
zullen uithozen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uithozen
I would do
zou uithozen
you would do
zou uithozen
he/she/it would do
zouden uithozen
we would do
zouden uithozen
you all would do
zouden uithozen
they would do
Subjunctive bijzin mood
uithoze
I do
uithoze
you do
uithoze
he/she/it do
uithoze
we do
uithoze
you all do
uithoze
they do
Du
Ihr
Imperative mood
hoos uit
do
hoost uit
do

Examples of uithozen

Example in DutchTranslation in English
Nou, wanneer kerels er uithozen, maken ze zich gewoonlijk geen zorgen om op de kerstkaartlijst te blijven.Well, when guys bail, they don't usually worry about staying on the Christmas card list.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uithalen
carve
uithoren
lead on
uithuwen
wed
uitlezen
read
uitlozen
do
uitrazen
cease raging

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.