Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
uithuwen
to wed
Conjugation
Examples (1)
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
uithuwen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
huw uit
I wed
huwt uit
you wed
huwt uit
he/she/it weds
huwen uit
we wed
huwen uit
you all wed
huwen uit
they wed
Present perfect tense
heb uitgehuwd
I have wed
hebt uitgehuwd
you have wed
heeft uitgehuwd
he/she/it has wed
hebben uitgehuwd
we have wed
hebben uitgehuwd
you all have wed
hebben uitgehuwd
they have wed
Past tense
huwde uit
I wed
huwde uit
you wed
huwde uit
he/she/it wed
huwden uit
we wed
huwden uit
you all wed
huwden uit
they wed
Future tense
zal uithuwen
I will wed
zult uithuwen
you will wed
zal uithuwen
he/she/it will wed
zullen uithuwen
we will wed
zullen uithuwen
you all will wed
zullen uithuwen
they will wed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uithuwen
I would wed
zou uithuwen
you would wed
zou uithuwen
he/she/it would wed
zouden uithuwen
we would wed
zouden uithuwen
you all would wed
zouden uithuwen
they would wed
Subjunctive mood
huwe uit
I wed
huwe uit
you wed
huwe uit
he/she/it wed
huwe uit
we wed
huwe uit
you all wed
huwe uit
they wed
Past perfect tense
had uitgehuwd
I had wed
had uitgehuwd
you had wed
had uitgehuwd
he/she/it had wed
hadden uitgehuwd
we had wed
hadden uitgehuwd
you all had wed
hadden uitgehuwd
they had wed
Future perf.
zal uitgehuwd hebben
I will have wed
zal uitgehuwd hebben
you will have wed
zal uitgehuwd hebben
he/she/it will have wed
zullen uitgehuwd hebben
we will have wed
zullen uitgehuwd hebben
you all will have wed
zullen uitgehuwd hebben
they will have wed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgehuwd hebben
I would have wed
zou uitgehuwd hebben
you would have wed
zou uitgehuwd hebben
he/she/it would have wed
zouden uitgehuwd hebben
we would have wed
zouden uitgehuwd hebben
you all would have wed
zouden uitgehuwd hebben
they would have wed
Present bijzin tense
uithuw
I wed
uithuwt
you wed
uithuwt
he/she/it weds
uithuwen
we wed
uithuwen
you all wed
uithuwen
they wed
Past bijzin tense
uithuwde
I wed
uithuwde
you wed
uithuwde
he/she/it wed
uithuwden
we wed
uithuwden
you all wed
uithuwden
they wed
Future bijzin tense
zal uithuwen
I will wed
zult uithuwen
you will wed
zal uithuwen
he/she/it will wed
zullen uithuwen
we will wed
zullen uithuwen
you all will wed
zullen uithuwen
they will wed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uithuwen
I would wed
zou uithuwen
you would wed
zou uithuwen
he/she/it would wed
zouden uithuwen
we would wed
zouden uithuwen
you all would wed
zouden uithuwen
they would wed
Subjunctive bijzin mood
uithuwe
I wed
uithuwe
you wed
uithuwe
he/she/it wed
uithuwe
we wed
uithuwe
you all wed
uithuwe
they wed
Du
Ihr
Imperative mood
huw uit
wed
huwt uit
wed
Examples of
uithuwen
Beatrice wordt snel uitgehuwd.
- Beatrice is soon to wed.
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
uithuwen
RELATED PAGES
uitduwen
push out
uithalen
carve
uithoren
lead on
uithozen
do
uithouwen
hew
Back to Top