Uitbotten (to bud) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of uitbotten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bot uit
I bud
bot uit
you bud
bot uit
he/she/it buds
botten uit
we bud
botten uit
you all bud
botten uit
they bud
Present perfect tense
ben uitgebot
I have budded
bent uitgebot
you have budded
is uitgebot
he/she/it has budded
zijn uitgebot
we have budded
zijn uitgebot
you all have budded
zijn uitgebot
they have budded
Past tense
botte uit
I budded
botte uit
you budded
botte uit
he/she/it budded
botten uit
we budded
botten uit
you all budded
botten uit
they budded
Future tense
zal uitbotten
I will bud
zult uitbotten
you will bud
zal uitbotten
he/she/it will bud
zullen uitbotten
we will bud
zullen uitbotten
you all will bud
zullen uitbotten
they will bud
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitbotten
I would bud
zou uitbotten
you would bud
zou uitbotten
he/she/it would bud
zouden uitbotten
we would bud
zouden uitbotten
you all would bud
zouden uitbotten
they would bud
Subjunctive mood
botte uit
I bud
botte uit
you bud
botte uit
he/she/it bud
botte uit
we bud
botte uit
you all bud
botte uit
they bud
Past perfect tense
was uitgebot
I had budded
was uitgebot
you had budded
was uitgebot
he/she/it had budded
waren uitgebot
we had budded
waren uitgebot
you all had budded
waren uitgebot
they had budded
Future perf.
zal uitgebot zijn
I will have budded
zal uitgebot zijn
you will have budded
zal uitgebot zijn
he/she/it will have budded
zullen uitgebot zijn
we will have budded
zullen uitgebot zijn
you all will have budded
zullen uitgebot zijn
they will have budded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgebot zijn
I would have budded
zou uitgebot zijn
you would have budded
zou uitgebot zijn
he/she/it would have budded
zouden uitgebot zijn
we would have budded
zouden uitgebot zijn
you all would have budded
zouden uitgebot zijn
they would have budded
Present bijzin tense
uitbot
I bud
uitbot
you bud
uitbot
he/she/it buds
uitbotten
we bud
uitbotten
you all bud
uitbotten
they bud
Past bijzin tense
uitbotte
I budded
uitbotte
you budded
uitbotte
he/she/it budded
uitbotten
we budded
uitbotten
you all budded
uitbotten
they budded
Future bijzin tense
zal uitbotten
I will bud
zult uitbotten
you will bud
zal uitbotten
he/she/it will bud
zullen uitbotten
we will bud
zullen uitbotten
you all will bud
zullen uitbotten
they will bud
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitbotten
I would bud
zou uitbotten
you would bud
zou uitbotten
he/she/it would bud
zouden uitbotten
we would bud
zouden uitbotten
you all would bud
zouden uitbotten
they would bud
Subjunctive bijzin mood
uitbotte
I bud
uitbotte
you bud
uitbotte
he/she/it bud
uitbotte
we bud
uitbotte
you all bud
uitbotte
they bud
Du
Ihr
Imperative mood
bot uit
bud
bot uit
bud

Examples of uitbotten

Example in DutchTranslation in English
Laten we kijken of de wijnstok al is uitgebot.Let us go early to the vineyards to see if the vines have budded.
Kom, mijn geliefde, Laat ons zien of de wijnstok uitbot... en de tere druiven verschijnen... en de granaatappel al bloeit."Come, my beloved, let us see if the wine flourishes... and the tender grapes appear... and the pomegranates bud forth."

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitboeken
do
uitboenen
do
uitboeten
atone
uitbollen
bell
uitbouwen
extend
uitbuiten
exploit
uitputten
bulge
uitrotten
do
uitzetten
expand
uitzitten
sing out

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

torsen
do
traumatiseren
traumatize
triëren
dawdle
twijnen
twine
uitbarsten
erupt
uitbloeien
cease blossoming
uitboeken
do
uitborstelen
brush
uitbouwen
extend
uitbrengen
cast

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bud':

None found.
Learning languages?