Toeteren (to toot) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of toeteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
toeter
I toot
toetert
you toot
toetert
he/she/it toots
toeteren
we toot
toeteren
you all toot
toeteren
they toot
Present perfect tense
heb getoeterd
I have tooted
hebt getoeterd
you have tooted
heeft getoeterd
he/she/it has tooted
hebben getoeterd
we have tooted
hebben getoeterd
you all have tooted
hebben getoeterd
they have tooted
Past tense
toeterde
I tooted
toeterde
you tooted
toeterde
he/she/it tooted
toeterden
we tooted
toeterden
you all tooted
toeterden
they tooted
Future tense
zal toeteren
I will toot
zult toeteren
you will toot
zal toeteren
he/she/it will toot
zullen toeteren
we will toot
zullen toeteren
you all will toot
zullen toeteren
they will toot
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toeteren
I would toot
zou toeteren
you would toot
zou toeteren
he/she/it would toot
zouden toeteren
we would toot
zouden toeteren
you all would toot
zouden toeteren
they would toot
Subjunctive mood
toetere
I toot
toetere
you toot
toetere
he/she/it toot
toetere
we toot
toetere
you all toot
toetere
they toot
Past perfect tense
had getoeterd
I had tooted
had getoeterd
you had tooted
had getoeterd
he/she/it had tooted
hadden getoeterd
we had tooted
hadden getoeterd
you all had tooted
hadden getoeterd
they had tooted
Future perf.
zal getoeterd hebben
I will have tooted
zal getoeterd hebben
you will have tooted
zal getoeterd hebben
he/she/it will have tooted
zullen getoeterd hebben
we will have tooted
zullen getoeterd hebben
you all will have tooted
zullen getoeterd hebben
they will have tooted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getoeterd hebben
I would have tooted
zou getoeterd hebben
you would have tooted
zou getoeterd hebben
he/she/it would have tooted
zouden getoeterd hebben
we would have tooted
zouden getoeterd hebben
you all would have tooted
zouden getoeterd hebben
they would have tooted
Du
Ihr
Imperative mood
toeter
toot
toetert
toot

Examples of toeteren

Example in DutchTranslation in English
(Hoorns toeteren en bellen blazen)(horns tooting and whistles blowing)
Als je blijft toeteren, kan je 'n klap op je gezicht krijgen!Keep leaning on that tooter, Charlie, and you'll get a shot in the mouth!
Elke keer als je iets verkoopt, mag je toeteren op je eigen hoorn.Every time you make a sale, you get to toot your own horn.
Frankie? Ben je aan het toeteren?Frankie, are you tooting?
Hij zet de toet in toeter.He puts the toot in tooter.
Ik heb een rolletje nodig voor de toeter.I need a note for the old toot.
Ik toeter wanneer ik klaar benI'll toot when I'm done.
Ik toeter, jij komt. We gaan nergens meer voor terug.I honk, you're at the door, no going back, not even for a toothbrush.
Ik zou best graag een toeter willen hebben.I sure do love an automobile horn. Toot-toot!
Hoe meer je eet, hoe meer je... toetert.The more you eat, the more you... toot.
En ik toeterde zo hard als ik kon.And I tooted as loudly as I could.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

foeteren
groan
koeteren
do
mieteren
do
tenteren
tent honor
testeren
do
tetteren
holler
teuteren
do
toehoren
do
toekeren
turn
torderen
twist
touperen
backcomb
voeteren
go on foot

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'toot':

None found.
Learning languages?