Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Toepen (to do) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
toep
toept
toept
toepen
toepen
toepen
Present perfect tense
heb getoept
hebt getoept
heeft getoept
hebben getoept
hebben getoept
hebben getoept
Past tense
toepte
toepte
toepte
toepten
toepten
toepten
Future tense
zal toepen
zult toepen
zal toepen
zullen toepen
zullen toepen
zullen toepen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toepen
zou toepen
zou toepen
zouden toepen
zouden toepen
zouden toepen
Subjunctive mood
toepe
toepe
toepe
toepe
toepe
toepe
Past perfect tense
had getoept
had getoept
had getoept
hadden getoept
hadden getoept
hadden getoept
Future perf.
zal getoept hebben
zal getoept hebben
zal getoept hebben
zullen getoept hebben
zullen getoept hebben
zullen getoept hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getoept hebben
zou getoept hebben
zou getoept hebben
zouden getoept hebben
zouden getoept hebben
zouden getoept hebben
Du
Ihr
Imperative mood
toep
toept

Examples of toepen

Example in DutchTranslation in English
Laat Bastion weten dat ze een massa toeloop gaan krijgen, ongeveer een dozijn toepen. Ok?Now let Bastion know that they're going to receive an incoming mass cal-- about a dozen troops-- All right?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

diepen
deepen
dwepen
bother
joepen
do
keepen
do
kiepen
tilt
miepen
do
piepen
creak
poepen
powder
roepen
call
slepen
drag
snepen
do
tampen
tamp
tappen
tap
tempen
do
tippen
touch

Similar but longer

stoepen
do
tjoepen
do
toelopen
taper

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.