Situeren (to locate) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of situeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
situeer
I locate
situeert
you locate
situeert
he/she/it locates
situeren
we locate
situeren
you all locate
situeren
they locate
Present perfect tense
heb gesitueerd
I have located
hebt gesitueerd
you have located
heeft gesitueerd
he/she/it has located
hebben gesitueerd
we have located
hebben gesitueerd
you all have located
hebben gesitueerd
they have located
Past tense
situeerde
I located
situeerde
you located
situeerde
he/she/it located
situeerden
we located
situeerden
you all located
situeerden
they located
Future tense
zal situeren
I will locate
zult situeren
you will locate
zal situeren
he/she/it will locate
zullen situeren
we will locate
zullen situeren
you all will locate
zullen situeren
they will locate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou situeren
I would locate
zou situeren
you would locate
zou situeren
he/she/it would locate
zouden situeren
we would locate
zouden situeren
you all would locate
zouden situeren
they would locate
Subjunctive mood
situere
I locate
situere
you locate
situere
he/she/it locate
situere
we locate
situere
you all locate
situere
they locate
Past perfect tense
had gesitueerd
I had located
had gesitueerd
you had located
had gesitueerd
he/she/it had located
hadden gesitueerd
we had located
hadden gesitueerd
you all had located
hadden gesitueerd
they had located
Future perf.
zal gesitueerd hebben
I will have located
zal gesitueerd hebben
you will have located
zal gesitueerd hebben
he/she/it will have located
zullen gesitueerd hebben
we will have located
zullen gesitueerd hebben
you all will have located
zullen gesitueerd hebben
they will have located
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesitueerd hebben
I would have located
zou gesitueerd hebben
you would have located
zou gesitueerd hebben
he/she/it would have located
zouden gesitueerd hebben
we would have located
zouden gesitueerd hebben
you all would have located
zouden gesitueerd hebben
they would have located
Du
Ihr
Imperative mood
situeer
locate
situeert
locate

Examples of situeren

Example in DutchTranslation in English
Blijven lopen, kijk omhoog en situeer Orion de jager.Keep walking. Look up and locate the belt of Orion the Hunter.
Deze locatie moet gesitueerd zijn in een onbewoond deel van Amerika, alle vormen van isolatie herbergen, en uitgerust zijn met een atomair zelfvernietigings wapen voor een mogelijke catastrofe."I recommend that this facility be located... "in an uninhabited region of the United States, "that it utilize all known isolation techniques,
Dit zegt ons dat de computer die het museum hackte... in Rome gesitueerd is. - Rome?This says the computer that hacked into the museum is located in Rome.
En waar is uw kantoor gesitueerd?And where is your office located?
Maar andere verslagen zeggen dat de passagiers naar het NASA onderzoekcentrum werden gebracht, gesitueerd in het Westen van de luchthaven, dat al werd geevacueerd.But other reports say that passengers were brought into the NASA Glenn Research Center located near the west end of the airport, which had already been evacuated.
Puma Punku is een groot tempelcomplex gesitueerd op een hoog plateau in Bolivia.Puma Punku is a large temple complex located on a high plateau in Bolivia.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

intueren
do
salueren
salute
sidderen
tremble
sieperen
do
signeren
do
sijperen
do
sinteren
sinter

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

schetsen
sketch
schuddebuiken
shook bellies
schuwen
shun
seksualiseren
do
selecteren
sequester
signaleren
indicate
sissen
sinter
sjabloneren
stencil
sjieken
do
sjouwen
haul

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'locate':

None found.
Learning languages?