Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Intueren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
intueer
intueert
intueert
intueren
intueren
intueren
Present perfect tense
heb geïntueerd
hebt geïntueerd
heeft geïntueerd
hebben geïntueerd
hebben geïntueerd
hebben geïntueerd
Past tense
intueerde
intueerde
intueerde
intueerden
intueerden
intueerden
Future tense
zal intueren
zult intueren
zal intueren
zullen intueren
zullen intueren
zullen intueren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou intueren
zou intueren
zou intueren
zouden intueren
zouden intueren
zouden intueren
Subjunctive mood
intuere
intuere
intuere
intuere
intuere
intuere
Past perfect tense
had geïntueerd
had geïntueerd
had geïntueerd
hadden geïntueerd
hadden geïntueerd
hadden geïntueerd
Future perf.
zal geïntueerd hebben
zal geïntueerd hebben
zal geïntueerd hebben
zullen geïntueerd hebben
zullen geïntueerd hebben
zullen geïntueerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïntueerd hebben
zou geïntueerd hebben
zou geïntueerd hebben
zouden geïntueerd hebben
zouden geïntueerd hebben
zouden geïntueerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
intueer
intueert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

insmeren
smear
intuigen
harness
intuinen
do
invoeren
introduce
inzweren
do
situeren
locate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

inrichten
decorate
inschrijven
register
inslijpen
grind
interacteren
interact
intrigeren
intrigue
introuwen
intros
intuigen
harness
invalideren
flood
invallen
flood
invorderen
collect

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.