Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

schreien

to cry

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of schreien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schrei
I cry
schreit
you cry
schreit
he/she/it cries
schreien
we cry
schreien
you all cry
schreien
they cry
Present perfect tense
heb geschreid
I have cried
hebt geschreid
you have cried
heeft geschreid
he/she/it has cried
hebben geschreid
we have cried
hebben geschreid
you all have cried
hebben geschreid
they have cried
Past tense
schreide
I cried
schreide
you cried
schreide
he/she/it cried
schreiden
we cried
schreiden
you all cried
schreiden
they cried
Future tense
zal schreien
I will cry
zult schreien
you will cry
zal schreien
he/she/it will cry
zullen schreien
we will cry
zullen schreien
you all will cry
zullen schreien
they will cry
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schreien
I would cry
zou schreien
you would cry
zou schreien
he/she/it would cry
zouden schreien
we would cry
zouden schreien
you all would cry
zouden schreien
they would cry
Subjunctive mood
schreie
I cry
schreie
you cry
schreie
he/she/it cry
schreie
we cry
schreie
you all cry
schreie
they cry
Past perfect tense
had geschreid
I had cried
had geschreid
you had cried
had geschreid
he/she/it had cried
hadden geschreid
we had cried
hadden geschreid
you all had cried
hadden geschreid
they had cried
Future perf.
zal geschreid hebben
I will have cried
zal geschreid hebben
you will have cried
zal geschreid hebben
he/she/it will have cried
zullen geschreid hebben
we will have cried
zullen geschreid hebben
you all will have cried
zullen geschreid hebben
they will have cried
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschreid hebben
I would have cried
zou geschreid hebben
you would have cried
zou geschreid hebben
he/she/it would have cried
zouden geschreid hebben
we would have cried
zouden geschreid hebben
you all would have cried
zouden geschreid hebben
they would have cried
Du
Ihr
Imperative mood
schrei
cry
schreit
cry

Examples of schreien

Ik bedoel schreien...

It means "cry"...

Ik kan een robot niet zien schreien.

I can't stand to see a robot cry.

Ik weet niet wat je haar hebt aangedaan, maar mijn dochter zit daar haar ogen uit te schreien.

I don't know what you did to her, but my daughter is back there crying her eyes out.

Als het gras niet groeit en de gans niet schreit, kan 't geen juli zijn.

If grass don't grow and the goose don't cry, why it ain't July!

Een vreemdeling die naar het noorden komt, schreit tweemaal.

A stranger who comes in North , cry twice

Ik heb de hele nacht geschreid Mijn letterblokjes lagen door elkaar.

I cried all night BleW my alphabet blocks out of order