Schranken (to skid steers) conjugation

Dutch

Conjugation of schranken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schrank
I skid steers
schrankt
you skid steers
schrankt
he/she/it skids steers
schranken
we skid steers
schranken
you all skid steers
schranken
they skid steers
Present perfect tense
heb geschrankt
I have skidded steers
hebt geschrankt
you have skidded steers
heeft geschrankt
he/she/it has skidded steers
hebben geschrankt
we have skidded steers
hebben geschrankt
you all have skidded steers
hebben geschrankt
they have skidded steers
Past tense
schrankte
I skidded steers
schrankte
you skidded steers
schrankte
he/she/it skidded steers
schrankten
we skidded steers
schrankten
you all skidded steers
schrankten
they skidded steers
Future tense
zal schranken
I will skid steers
zult schranken
you will skid steers
zal schranken
he/she/it will skid steers
zullen schranken
we will skid steers
zullen schranken
you all will skid steers
zullen schranken
they will skid steers
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schranken
I would skid steers
zou schranken
you would skid steers
zou schranken
he/she/it would skid steers
zouden schranken
we would skid steers
zouden schranken
you all would skid steers
zouden schranken
they would skid steers
Subjunctive mood
schranke
I skid steers
schranke
you skid steers
schranke
he/she/it skid steers
schranke
we skid steers
schranke
you all skid steers
schranke
they skid steers
Past perfect tense
had geschrankt
I had skidded steers
had geschrankt
you had skidded steers
had geschrankt
he/she/it had skidded steers
hadden geschrankt
we had skidded steers
hadden geschrankt
you all had skidded steers
hadden geschrankt
they had skidded steers
Future perf.
zal geschrankt hebben
I will have skidded steers
zal geschrankt hebben
you will have skidded steers
zal geschrankt hebben
he/she/it will have skidded steers
zullen geschrankt hebben
we will have skidded steers
zullen geschrankt hebben
you all will have skidded steers
zullen geschrankt hebben
they will have skidded steers
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschrankt hebben
I would have skidded steers
zou geschrankt hebben
you would have skidded steers
zou geschrankt hebben
he/she/it would have skidded steers
zouden geschrankt hebben
we would have skidded steers
zouden geschrankt hebben
you all would have skidded steers
zouden geschrankt hebben
they would have skidded steers
Du
Ihr
Imperative mood
schrank
skid steers
schrankt
skid steers

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

schminken
make up
schrabben
scrape
schrammen
scratch
schransen
gorge
schranzen
do
schrappen
scrape
schrikken
scare
schrokken
devour

Similar but longer

schrankelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'skid steers':

None found.
Learning languages?