Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Releveren (to relay) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
releveer
releveert
releveert
releveren
releveren
releveren
Present perfect tense
heb gereleveerd
hebt gereleveerd
heeft gereleveerd
hebben gereleveerd
hebben gereleveerd
hebben gereleveerd
Past tense
releveerde
releveerde
releveerde
releveerden
releveerden
releveerden
Future tense
zal releveren
zult releveren
zal releveren
zullen releveren
zullen releveren
zullen releveren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou releveren
zou releveren
zou releveren
zouden releveren
zouden releveren
zouden releveren
Subjunctive mood
relevere
relevere
relevere
relevere
relevere
relevere
Past perfect tense
had gereleveerd
had gereleveerd
had gereleveerd
hadden gereleveerd
hadden gereleveerd
hadden gereleveerd
Future perf.
zal gereleveerd hebben
zal gereleveerd hebben
zal gereleveerd hebben
zullen gereleveerd hebben
zullen gereleveerd hebben
zullen gereleveerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gereleveerd hebben
zou gereleveerd hebben
zou gereleveerd hebben
zouden gereleveerd hebben
zouden gereleveerd hebben
zouden gereleveerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
releveer
releveert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afleveren
do
inleveren
borrow
opleveren
revive
relateren
requisition
relayeren
relay
renoveren
renovate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

puzzelen
puzzle
rectificeren
rectify
regenen
rain
reggen
do
relayeren
relay
rellen
do
renonceren
renounce
rentenieren
live on private means
repatriëren
repatriate
resten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'relay':

None found.