Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
opveren
to rebound
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
opveren
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
veer op
I rebound
veert op
you rebound
veert op
he/she/it rebounds
veren op
we rebound
veren op
you all rebound
veren op
they rebound
Present perfect tense
ben opgeveerd
I have rebounded
bent opgeveerd
you have rebounded
is opgeveerd
he/she/it has rebounded
zijn opgeveerd
we have rebounded
zijn opgeveerd
you all have rebounded
zijn opgeveerd
they have rebounded
Past tense
veerde op
I rebounded
veerde op
you rebounded
veerde op
he/she/it rebounded
veerden op
we rebounded
veerden op
you all rebounded
veerden op
they rebounded
Future tense
zal opveren
I will rebound
zult opveren
you will rebound
zal opveren
he/she/it will rebound
zullen opveren
we will rebound
zullen opveren
you all will rebound
zullen opveren
they will rebound
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opveren
I would rebound
zou opveren
you would rebound
zou opveren
he/she/it would rebound
zouden opveren
we would rebound
zouden opveren
you all would rebound
zouden opveren
they would rebound
Subjunctive mood
vere op
I rebound
vere op
you rebound
vere op
he/she/it rebound
vere op
we rebound
vere op
you all rebound
vere op
they rebound
Past perfect tense
was opgeveerd
I had rebounded
was opgeveerd
you had rebounded
was opgeveerd
he/she/it had rebounded
waren opgeveerd
we had rebounded
waren opgeveerd
you all had rebounded
waren opgeveerd
they had rebounded
Future perf.
zal opgeveerd zijn
I will have rebounded
zal opgeveerd zijn
you will have rebounded
zal opgeveerd zijn
he/she/it will have rebounded
zullen opgeveerd zijn
we will have rebounded
zullen opgeveerd zijn
you all will have rebounded
zullen opgeveerd zijn
they will have rebounded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgeveerd zijn
I would have rebounded
zou opgeveerd zijn
you would have rebounded
zou opgeveerd zijn
he/she/it would have rebounded
zouden opgeveerd zijn
we would have rebounded
zouden opgeveerd zijn
you all would have rebounded
zouden opgeveerd zijn
they would have rebounded
Present bijzin tense
opveer
I rebound
opveert
you rebound
opveert
he/she/it rebounds
opveren
we rebound
opveren
you all rebound
opveren
they rebound
Past bijzin tense
opveerde
I rebounded
opveerde
you rebounded
opveerde
he/she/it rebounded
opveerden
we rebounded
opveerden
you all rebounded
opveerden
they rebounded
Future bijzin tense
zal opveren
I will rebound
zult opveren
you will rebound
zal opveren
he/she/it will rebound
zullen opveren
we will rebound
zullen opveren
you all will rebound
zullen opveren
they will rebound
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opveren
I would rebound
zou opveren
you would rebound
zou opveren
he/she/it would rebound
zouden opveren
we would rebound
zouden opveren
you all would rebound
zouden opveren
they would rebound
Subjunctive bijzin mood
opvere
I rebound
opvere
you rebound
opvere
he/she/it rebound
opvere
we rebound
opvere
you all rebound
opvere
they rebound
Du
Ihr
Imperative mood
veer op
rebound
veert op
rebound
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
opveren
RELATED PAGES
coveren
retread
daveren
thunder
ijveren
strive
keveren
do
laveren
tack
leveren
supply
moveren
do
offeren
sacrifice
omkeren
turn around
onteren
dishonour
Back to Top