- Ga mee, ze zijn aardig, ze zullen je opbeuren. | Come, they're a good bunch, they'll cheer you up. |
- Ik wou de ouwe zuurpruim wat opbeuren. | - Maybe I can cheer up the old sourpuss. |
- Kom, Tony, het zal je opbeuren | Come on, Tony, it'll cheer you up. |
- Precies. Bedankt voor het opbeuren. | Thanks for cheering me up. |
- We komen je wat opbeuren. | What am I doing here? I come to cheer you up, man. |
Dit gesprek heeft mij een heel eind opgebeurd. | This conversation's cheered me up no end. |
-Fijn dat je me opbeurt. | Thanks for cheering me up: |
Als het je opbeurt mag je me eruit helpen. | Well, if it will cheer you up, you can help me out of it. |
Dan hoop ik dit nieuws u opbeurt. | Well, I very much hope I am ringing with news that will cheer you. |
Fijn dat je me zo opbeurt. | And thanks for cheering me up. |
Ik ben degene die haar opbeurt. | I'm the one that cheers her up. |
Wat hem opbeurde was die prachtige dame in rood aan de overkant... waarvan het leven steeds aantrekkelijker werd achter haar raam. | All that cheered him up was the beautiful creature in red across the way, whose life grew increasingly tantalizing behind her windowpane. |