Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontzetten (to alarm) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of ontzetten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontzet
I alarm
ontzet
you alarm
ontzet
he/she/it alarms
ontzetten
we alarm
ontzetten
you all alarm
ontzetten
they alarm
Present perfect tense
heb ontzet
I have alarmed
hebt ontzet
you have alarmed
heeft ontzet
he/she/it has alarmed
hebben ontzet
we have alarmed
hebben ontzet
you all have alarmed
hebben ontzet
they have alarmed
Past tense
ontzette
I alarmed
ontzette
you alarmed
ontzette
he/she/it alarmed
ontzetten
we alarmed
ontzetten
you all alarmed
ontzetten
they alarmed
Future tense
zal ontzetten
I will alarm
zult ontzetten
you will alarm
zal ontzetten
he/she/it will alarm
zullen ontzetten
we will alarm
zullen ontzetten
you all will alarm
zullen ontzetten
they will alarm
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontzetten
I would alarm
zou ontzetten
you would alarm
zou ontzetten
he/she/it would alarm
zouden ontzetten
we would alarm
zouden ontzetten
you all would alarm
zouden ontzetten
they would alarm
Subjunctive mood
ontzette
I alarm
ontzette
you alarm
ontzette
he/she/it alarm
ontzette
we alarm
ontzette
you all alarm
ontzette
they alarm
Past perfect tense
had ontzet
I had alarmed
had ontzet
you had alarmed
had ontzet
he/she/it had alarmed
hadden ontzet
we had alarmed
hadden ontzet
you all had alarmed
hadden ontzet
they had alarmed
Future perf.
zal ontzet hebben
I will have alarmed
zal ontzet hebben
you will have alarmed
zal ontzet hebben
he/she/it will have alarmed
zullen ontzet hebben
we will have alarmed
zullen ontzet hebben
you all will have alarmed
zullen ontzet hebben
they will have alarmed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontzet hebben
I would have alarmed
zou ontzet hebben
you would have alarmed
zou ontzet hebben
he/she/it would have alarmed
zouden ontzet hebben
we would have alarmed
zouden ontzet hebben
you all would have alarmed
zouden ontzet hebben
they would have alarmed
Du
Ihr
Imperative mood
ontzet
alarm
ontzet
alarm

Examples of ontzetten

Example in DutchTranslation in English
Ze hield er niet van, maar ze was niet bepaald ontzet door hen.She didn't like them, but she wasn't particularly alarmed by them.
Bedoel je de onzekere, gevoelige halve man... die ontzettend veel leek op Ted?You mean the insecure, touchy-feely she-male who sounded alarmingly close to Ted?
Ik laat hem zelf ook staan, maar mijn eigen haar groeit zo ontzettend traag.I mean, I'd grow my own, but my facial hair moves at an alarmingly slow pace.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontpitten
do
ontratten
do
ontvetten
do
ontzeggen
deny
ontzeilen
steer clear of
ontzilten
desalinate
ontzouten
desalinate
uitzetten
expand

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontslapen
sleep
ontstrijden
do
ontwaken
do
ontwrichten
dislocate
ontzenuwen
refute
ontzielen
do
onweren
thunder
opbieden
make a higher bid
opbloeien
flourish
opbruisen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'alarm':

None found.