Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Omweiden (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
omweid
omweidt
omweidt
omweiden
omweiden
omweiden
Present perfect tense
heb omweid
hebt omweid
heeft omweid
hebben omweid
hebben omweid
hebben omweid
Past tense
omweidde
omweidde
omweidde
omweidden
omweidden
omweidden
Future tense
zal omweiden
zult omweiden
zal omweiden
zullen omweiden
zullen omweiden
zullen omweiden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omweiden
zou omweiden
zou omweiden
zouden omweiden
zouden omweiden
zouden omweiden
Subjunctive mood
omweide
omweide
omweide
omweide
omweide
omweide
Past perfect tense
had omweid
had omweid
had omweid
hadden omweid
hadden omweid
hadden omweid
Future perf.
zal omweid hebben
zal omweid hebben
zal omweid hebben
zullen omweid hebben
zullen omweid hebben
zullen omweid hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omweid hebben
zou omweid hebben
zou omweid hebben
zouden omweid hebben
zouden omweid hebben
zouden omweid hebben
Du
Ihr
Imperative mood
omweid
omweidt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afweiden
eat that
beweiden
do
omleiden
reroute
omwenden
turn back
omwerken
scarify
omwerpen
overthrow
omwinden
entwine
opleiden
train

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.