Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ompalen (to palisade) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ompaal
ompaalt
ompaalt
ompalen
ompalen
ompalen
Present perfect tense
heb ompaald
hebt ompaald
heeft ompaald
hebben ompaald
hebben ompaald
hebben ompaald
Past tense
ompaalde
ompaalde
ompaalde
ompaalden
ompaalden
ompaalden
Future tense
zal ompalen
zult ompalen
zal ompalen
zullen ompalen
zullen ompalen
zullen ompalen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ompalen
zou ompalen
zou ompalen
zouden ompalen
zouden ompalen
zouden ompalen
Subjunctive mood
ompale
ompale
ompale
ompale
ompale
ompale
Past perfect tense
had ompaald
had ompaald
had ompaald
hadden ompaald
hadden ompaald
hadden ompaald
Future perf.
zal ompaald hebben
zal ompaald hebben
zal ompaald hebben
zullen ompaald hebben
zullen ompaald hebben
zullen ompaald hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ompaald hebben
zou ompaald hebben
zou ompaald hebben
zouden ompaald hebben
zouden ompaald hebben
zouden ompaald hebben
Du
Ihr
Imperative mood
ompaal
ompaalt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afpalen
demarcate
bepalen
determine
omdolen
dwindle
omhalen
pull down
ompoten
do
ophalen
bluff
opmalen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

nederzetten
put down
normaliseren
standardize
objectiveren
do
omdraaien
turn around
omhelzen
embrace
ompakken
repack
ompantseren
do
omranden
rim
omspelen
do
omspitten
dig out

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'palisade':

None found.