Omhoogtrekken (to pull up) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of omhoogtrekken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
trek omhoog
I pull up
trekt omhoog
you pull up
trekt omhoog
he/she/it pulls up
trekken omhoog
we pull up
trekken omhoog
you all pull up
trekken omhoog
they pull up
Present perfect tense
heb omhooggetrokken
I have pulled up
hebt omhooggetrokken
you have pulled up
heeft omhooggetrokken
he/she/it has pulled up
hebben omhooggetrokken
we have pulled up
hebben omhooggetrokken
you all have pulled up
hebben omhooggetrokken
they have pulled up
Past tense
trok omhoog
I pulled up
trok omhoog
you pulled up
trok omhoog
he/she/it pulled up
trokken omhoog
we pulled up
trokken omhoog
you all pulled up
trokken omhoog
they pulled up
Future tense
zal omhoogtrekken
I will pull up
zult omhoogtrekken
you will pull up
zal omhoogtrekken
he/she/it will pull up
zullen omhoogtrekken
we will pull up
zullen omhoogtrekken
you all will pull up
zullen omhoogtrekken
they will pull up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omhoogtrekken
I would pull up
zou omhoogtrekken
you would pull up
zou omhoogtrekken
he/she/it would pull up
zouden omhoogtrekken
we would pull up
zouden omhoogtrekken
you all would pull up
zouden omhoogtrekken
they would pull up
Subjunctive mood
trekke omhoog
I pull up
trekke omhoog
you pull up
trekke omhoog
he/she/it pull up
trekke omhoog
we pull up
trekke omhoog
you all pull up
trekke omhoog
they pull up
Past perfect tense
had omhooggetrokken
I had pulled up
had omhooggetrokken
you had pulled up
had omhooggetrokken
he/she/it had pulled up
hadden omhooggetrokken
we had pulled up
hadden omhooggetrokken
you all had pulled up
hadden omhooggetrokken
they had pulled up
Future perf.
zal omhooggetrokken hebben
I will have pulled up
zal omhooggetrokken hebben
you will have pulled up
zal omhooggetrokken hebben
he/she/it will have pulled up
zullen omhooggetrokken hebben
we will have pulled up
zullen omhooggetrokken hebben
you all will have pulled up
zullen omhooggetrokken hebben
they will have pulled up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omhooggetrokken hebben
I would have pulled up
zou omhooggetrokken hebben
you would have pulled up
zou omhooggetrokken hebben
he/she/it would have pulled up
zouden omhooggetrokken hebben
we would have pulled up
zouden omhooggetrokken hebben
you all would have pulled up
zouden omhooggetrokken hebben
they would have pulled up
Present bijzin tense
omhoogtrek
I pull up
omhoogtrekt
you pull up
omhoogtrekt
he/she/it pulls up
omhoogtrekken
we pull up
omhoogtrekken
you all pull up
omhoogtrekken
they pull up
Past bijzin tense
omhoogtrok
I pulled up
omhoogtrok
you pulled up
omhoogtrok
he/she/it pulled up
omhoogtrokken
we pulled up
omhoogtrokken
you all pulled up
omhoogtrokken
they pulled up
Future bijzin tense
zal omhoogtrekken
I will pull up
zult omhoogtrekken
you will pull up
zal omhoogtrekken
he/she/it will pull up
zullen omhoogtrekken
we will pull up
zullen omhoogtrekken
you all will pull up
zullen omhoogtrekken
they will pull up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omhoogtrekken
I would pull up
zou omhoogtrekken
you would pull up
zou omhoogtrekken
he/she/it would pull up
zouden omhoogtrekken
we would pull up
zouden omhoogtrekken
you all would pull up
zouden omhoogtrekken
they would pull up
Subjunctive bijzin mood
omhoogtrekke
I pull up
omhoogtrekke
you pull up
omhoogtrekke
he/she/it pull up
omhoogtrekke
we pull up
omhoogtrekke
you all pull up
omhoogtrekke
they pull up
Du
Ihr
Imperative mood
trek omhoog
pull up
trekt omhoog
pull up

Examples of omhoogtrekken

Example in DutchTranslation in English
Je moet haar van die tafel afslepen... haar rok omhoogtrekken en haar slipje met je tanden afrukken.The next time you're in that situation, you slide her off that table... and you pull up her skirt. Rip her panties off with your teeth.
Goed zo, diep doorbuigen en trek omhoog.Very good. Bend over and pull up.
Omhoog, omhoog, trek omhoog!Up, up, pull up! Buddy!
Pak de fascia met de doekklemmen en trek omhoog.Okay, grasp the fascia with the towel clips and pull up.
De lichamen moeten omhooggetrokken worden.Wait! The bodies. They must be pulled up.
Nog even volhouden, dan word je ook omhooggetrokken.Keep holding on and you'll get pulled up, too!
Zie je niet dat ze de ophaalbrug omhooggetrokken hebben?Can't you see they've pulled up the drawbridge?
Biomarkers, dus als je een microbial mat omhoogtrekt, wat zie je dan?So, there are textural biomarkers, so when you pull up a piece of microbial mat and look at the surface-- what does that look like?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'pull up':

None found.
Learning languages?