Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Nagapen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gaap na
gaapt na
gaapt na
gapen na
gapen na
gapen na
Present perfect tense
heb nagegaapt
hebt nagegaapt
heeft nagegaapt
hebben nagegaapt
hebben nagegaapt
hebben nagegaapt
Past tense
gaapte na
gaapte na
gaapte na
gaapten na
gaapten na
gaapten na
Future tense
zal nagapen
zult nagapen
zal nagapen
zullen nagapen
zullen nagapen
zullen nagapen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nagapen
zou nagapen
zou nagapen
zouden nagapen
zouden nagapen
zouden nagapen
Subjunctive mood
gape na
gape na
gape na
gape na
gape na
gape na
Past perfect tense
had nagegaapt
had nagegaapt
had nagegaapt
hadden nagegaapt
hadden nagegaapt
hadden nagegaapt
Future perf.
zal nagegaapt hebben
zal nagegaapt hebben
zal nagegaapt hebben
zullen nagegaapt hebben
zullen nagegaapt hebben
zullen nagegaapt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagegaapt hebben
zou nagegaapt hebben
zou nagegaapt hebben
zouden nagegaapt hebben
zouden nagegaapt hebben
zouden nagegaapt hebben
Present bijzin tense
nagaap
nagaapt
nagaapt
nagapen
nagapen
nagapen
Past bijzin tense
nagaapte
nagaapte
nagaapte
nagaapten
nagaapten
nagaapten
Future bijzin tense
zal nagapen
zult nagapen
zal nagapen
zullen nagapen
zullen nagapen
zullen nagapen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nagapen
zou nagapen
zou nagapen
zouden nagapen
zouden nagapen
zouden nagapen
Subjunctive bijzin mood
nagape
nagape
nagape
nagape
nagape
nagape
Du
Ihr
Imperative mood
gaap na
gaapt na

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

begapen
do
na-apen
imitate
nagelen
nail
nageven
admit
nalopen
retrace

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.