Meten (to measure) conjugation

Dutch
31 examples

Conjugation of meten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
meet
I measure
meet
you measure
meet
he/she/it measures
meten
we measure
meten
you all measure
meten
they measure
Present perfect tense
heb gemeten
I have measured
hebt gemeten
you have measured
heeft gemeten
he/she/it has measured
hebben gemeten
we have measured
hebben gemeten
you all have measured
hebben gemeten
they have measured
Past tense
mat
I measured
mat
you measured
mat
he/she/it measured
maten
we measured
maten
you all measured
maten
they measured
Future tense
zal meten
I will measure
zult meten
you will measure
zal meten
he/she/it will measure
zullen meten
we will measure
zullen meten
you all will measure
zullen meten
they will measure
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meten
I would measure
zou meten
you would measure
zou meten
he/she/it would measure
zouden meten
we would measure
zouden meten
you all would measure
zouden meten
they would measure
Subjunctive mood
mete
I measure
mete
you measure
mete
he/she/it measure
mete
we measure
mete
you all measure
mete
they measure
Past perfect tense
had gemeten
I had measured
had gemeten
you had measured
had gemeten
he/she/it had measured
hadden gemeten
we had measured
hadden gemeten
you all had measured
hadden gemeten
they had measured
Future perf.
zal gemeten hebben
I will have measured
zal gemeten hebben
you will have measured
zal gemeten hebben
he/she/it will have measured
zullen gemeten hebben
we will have measured
zullen gemeten hebben
you all will have measured
zullen gemeten hebben
they will have measured
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemeten hebben
I would have measured
zou gemeten hebben
you would have measured
zou gemeten hebben
he/she/it would have measured
zouden gemeten hebben
we would have measured
zouden gemeten hebben
you all would have measured
zouden gemeten hebben
they would have measured
Du
Ihr
Imperative mood
meet
measure
meet
measure

Examples of meten

Example in DutchTranslation in English
"Golven zijn niet te meten in grootte in meter maar in grootte van angst."waves are not measured in increments of feet, they're measured in increments of fear.
"opdat ze zich aan elkaar meten.""in critical moments that man measures man."
- Betrapte Cheng ze. Ze namen foto's en waren aan het meten.Taking photos and measurements.
- Dat is hoe ze meisjesbroeken meten.Size four? Mm-hmm. That's how they measure girls' pants.
- De necrose is zo ver gevorderd, ik zou zijn tijd meten in uren in plaats van dagen.The necrosis is so advanced, I'd measure his time in hours rather than days.
"En met welke maatstaf ge ook meet."And with what measure ye meet.
"Hoe meet je iemands erfenis?"How does one measure a man's legacy?
"meet je het verplaatste water...""measure the water displaced..."
- Het meet de CO uitstoot van het viaduct.It's to measure the carbon monoxide from the flyover.
- Het meet uw kracht.- It will measure your strength.
"Het zal naar jou terug worden gemeten."It shall be measured to you again.
"Jouw succes wordt niet gemeten in rijkdom maar in het aantal vrienden dat je maakt.""Your success will not be measured in money," "but by the friends you make."
'Aan zijn lendenen herkent u hem, en met de lengte van zijn roede wordt hij gemeten.'"and by the length of his rod shall he be measured."
'Zoet'... En ze heeft net haar suiker gemeten."Sweetie..." She's just measured her sugar level!
- Ten eerste, mijn relatie met God... wordt niet gemeten door het aanwezig zijn.First of all, my relationship to God is not measured by taking attendance.
De officier van de rekrutering, mat hem met z'n schoenen aan.The recruiting officer measured him in his shoes.
De schok mat 5,5 op de schaal van Richter.The quake measured 5.5 on the Richter scale...
Diane stak altijd een luciferboekje onder één poot. Om erop te wijzen dat ik verkeerd mat en gooide het nooit weg.I mean, Diane would always stick a matchbook under one leg to remind me that I'd measured wrong, but she never got rid of it.
En dan mat ik de muren op.And then I measured the walls.
Het mat ongeveer 18 voet in vleugel breedteIt measured about 18 feet from wingtip to wingtip.
De maten zijn 2.40 x 2.40 x 2.40 meter.The cells measured 2.5 x 2.5 x 2.5 meters.
Dus maten we de mechanische en elektrische eigenschappen... van dat ding dat van de aarde kwam.So, we measured the mechanical and electrical properties of that thing they brought from Earth.
In vier heldere nachten maten we het Doppler-effect... en toen wisten we absoluut zeker dat de Zwitsers het goed hadden.We went to the telescope. All four nights were clear. We measured the Doppler shift of 51 peg, and we drove off the mountain 100% convinced that the Swiss had been correct.
Neem mijn maten voor een nieuw kostuum.I hope I'm not interrupting. I'd like to be measured for a new suit. Now?
Teddy en Eddy maten het op.Teddy and Eddy just measured it.
Allereerst, mijn edele vriend, laat mij uw ouderdom omarmen, wiens waardigheid geen maat of grenzen kent.First, noble friend let me embrace thine age whose honour cannot be measured or confined
De maat van een mens is niet gemeten in zijn veldslagen gewonnen de dood van zijn zwaarden, of het goud dat hij heeft gewonnen.The measure of a man is not measured in his battles won, the dead by his swords, or the gold he has stored away.
Een goede, neergedrukte, en geschudde en overlopende maat... zal men in uw schoot geven. Want met de maat die gij gebruikt, zult ook gij gemeten worden.'Good measure, pressed down, shaken together and running over... will be poured into your lap... for with the measure you use, it will be measured to you."
En met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden.And with the measure you use, it will be measured to you.
Er werd de maat genomen maanden geleden.I got measured up months ago.
Ik ben diegene die de plank vast hou metend hoeveel varkens mijn borsten waard zijn.I am the one holding up the plank measuring how many pigs my breasts are worth.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

atten
gulp down
baten
avail
boten
do
buten
do
daten
date
enten
inoculate
etten
do
haten
hate
heten
be called
keten
chain
koten
do
laten
have
loten
do
maken
do
malen
mill

Similar but longer

afmeten
measure
bemeten
do
inmeten
survey
mesten
fertilize
metsen
do
moeten
must
nameten
measure again
opmeten
measure

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'measure':

None found.
Learning languages?