Klodderen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of klodderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klodder
I do
kloddert
you do
kloddert
he/she/it does
klodderen
we do
klodderen
you all do
klodderen
they do
Present perfect tense
heb geklodderd
I have done
hebt geklodderd
you have done
heeft geklodderd
he/she/it has done
hebben geklodderd
we have done
hebben geklodderd
you all have done
hebben geklodderd
they have done
Past tense
klodderde
I did
klodderde
you did
klodderde
he/she/it did
klodderden
we did
klodderden
you all did
klodderden
they did
Future tense
zal klodderen
I will do
zult klodderen
you will do
zal klodderen
he/she/it will do
zullen klodderen
we will do
zullen klodderen
you all will do
zullen klodderen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou klodderen
I would do
zou klodderen
you would do
zou klodderen
he/she/it would do
zouden klodderen
we would do
zouden klodderen
you all would do
zouden klodderen
they would do
Subjunctive mood
kloddere
I do
kloddere
you do
kloddere
he/she/it do
kloddere
we do
kloddere
you all do
kloddere
they do
Past perfect tense
had geklodderd
I had done
had geklodderd
you had done
had geklodderd
he/she/it had done
hadden geklodderd
we had done
hadden geklodderd
you all had done
hadden geklodderd
they had done
Future perf.
zal geklodderd hebben
I will have done
zal geklodderd hebben
you will have done
zal geklodderd hebben
he/she/it will have done
zullen geklodderd hebben
we will have done
zullen geklodderd hebben
you all will have done
zullen geklodderd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geklodderd hebben
I would have done
zou geklodderd hebben
you would have done
zou geklodderd hebben
he/she/it would have done
zouden geklodderd hebben
we would have done
zouden geklodderd hebben
you all would have done
zouden geklodderd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
klodder
do
kloddert
do

Examples of klodderen

Example in DutchTranslation in English
'Hier zie je een mooie klodder van gekleurd licht en ik zie dat er... een beetje van hier is en hier nog wat.""Here's this nice blob of colored light, and I see there's... ""a bit of it over here and another bit-- So you've got a picture of two dots.
Bertha, ik maak speciale wentelteefjes voor jou met een klodder marihuanaboter erop.Uh, Berta, making a special batch of French toast for you topped with a dollop of marijuana butter.
Dan zie je 'n klodder spuug meteen.Hard to hide a loogie on a doughnut.
Dat was mijn plan, jij zoete klodder pittige lekkernij.That was my plan all along, you sweet dollop of spicy goodness.
De plek op het ruggetje zag eruit als een enorme klodder frambozenjam.It looked like a huge dollop of raspberry jam on baby's back.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

flodderen
mess
kladderen
draft approach
kledderen
do
kliederen
mess
klonteren
clot
slodderen
do
smodderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

kepen
do
kinkelen
do
kitsen
do
klaren
clap
klieren
do
klitten
do
kloeten
do
kloppen
knock
knallen
bang
knikkebenen
give at the knees

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?