Kliederen (to mess) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of kliederen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klieder
I mess
kliedert
you mess
kliedert
he/she/it messes
kliederen
we mess
kliederen
you all mess
kliederen
they mess
Present perfect tense
heb gekliederd
I have messed
hebt gekliederd
you have messed
heeft gekliederd
he/she/it has messed
hebben gekliederd
we have messed
hebben gekliederd
you all have messed
hebben gekliederd
they have messed
Past tense
kliederde
I messed
kliederde
you messed
kliederde
he/she/it messed
kliederden
we messed
kliederden
you all messed
kliederden
they messed
Future tense
zal kliederen
I will mess
zult kliederen
you will mess
zal kliederen
he/she/it will mess
zullen kliederen
we will mess
zullen kliederen
you all will mess
zullen kliederen
they will mess
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kliederen
I would mess
zou kliederen
you would mess
zou kliederen
he/she/it would mess
zouden kliederen
we would mess
zouden kliederen
you all would mess
zouden kliederen
they would mess
Subjunctive mood
kliedere
I mess
kliedere
you mess
kliedere
he/she/it mess
kliedere
we mess
kliedere
you all mess
kliedere
they mess
Past perfect tense
had gekliederd
I had messed
had gekliederd
you had messed
had gekliederd
he/she/it had messed
hadden gekliederd
we had messed
hadden gekliederd
you all had messed
hadden gekliederd
they had messed
Future perf.
zal gekliederd hebben
I will have messed
zal gekliederd hebben
you will have messed
zal gekliederd hebben
he/she/it will have messed
zullen gekliederd hebben
we will have messed
zullen gekliederd hebben
you all will have messed
zullen gekliederd hebben
they will have messed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekliederd hebben
I would have messed
zou gekliederd hebben
you would have messed
zou gekliederd hebben
he/she/it would have messed
zouden gekliederd hebben
we would have messed
zouden gekliederd hebben
you all would have messed
zouden gekliederd hebben
they would have messed
Du
Ihr
Imperative mood
klieder
mess
kliedert
mess

Examples of kliederen

Example in DutchTranslation in English
- Ik hou wel van kliederen.l like it messy.
Hee Picasso, ga nog eens dat grote doek voor mij vol kliederen.Hey Picasso, when are you going to mess up my canvas?
En klieder niet.And don't make a mess.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kladderen
draft approach
kledderen
do
klisteren
do
klodderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

karten
kart
klaarzetten
set up
kleinmaken
make smaller
kleuren
colour
kleuteren
do
kleven
stick
klieken
do
knagen
gnaw
knappen
crack
knechten
bite

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'mess':

None found.
Learning languages?