Insmeren (to smear) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of insmeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
smeer in
I smear
smeert in
you smear
smeert in
he/she/it smears
smeren in
we smear
smeren in
you all smear
smeren in
they smear
Present perfect tense
heb ingesmeerd
I have smeared
hebt ingesmeerd
you have smeared
heeft ingesmeerd
he/she/it has smeared
hebben ingesmeerd
we have smeared
hebben ingesmeerd
you all have smeared
hebben ingesmeerd
they have smeared
Past tense
smeerde in
I smeared
smeerde in
you smeared
smeerde in
he/she/it smeared
smeerden in
we smeared
smeerden in
you all smeared
smeerden in
they smeared
Future tense
zal insmeren
I will smear
zult insmeren
you will smear
zal insmeren
he/she/it will smear
zullen insmeren
we will smear
zullen insmeren
you all will smear
zullen insmeren
they will smear
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou insmeren
I would smear
zou insmeren
you would smear
zou insmeren
he/she/it would smear
zouden insmeren
we would smear
zouden insmeren
you all would smear
zouden insmeren
they would smear
Subjunctive mood
smere in
I smear
smere in
you smear
smere in
he/she/it smear
smere in
we smear
smere in
you all smear
smere in
they smear
Past perfect tense
had ingesmeerd
I had smeared
had ingesmeerd
you had smeared
had ingesmeerd
he/she/it had smeared
hadden ingesmeerd
we had smeared
hadden ingesmeerd
you all had smeared
hadden ingesmeerd
they had smeared
Future perf.
zal ingesmeerd hebben
I will have smeared
zal ingesmeerd hebben
you will have smeared
zal ingesmeerd hebben
he/she/it will have smeared
zullen ingesmeerd hebben
we will have smeared
zullen ingesmeerd hebben
you all will have smeared
zullen ingesmeerd hebben
they will have smeared
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingesmeerd hebben
I would have smeared
zou ingesmeerd hebben
you would have smeared
zou ingesmeerd hebben
he/she/it would have smeared
zouden ingesmeerd hebben
we would have smeared
zouden ingesmeerd hebben
you all would have smeared
zouden ingesmeerd hebben
they would have smeared
Present bijzin tense
insmeer
I smear
insmeert
you smear
insmeert
he/she/it smears
insmeren
we smear
insmeren
you all smear
insmeren
they smear
Past bijzin tense
insmeerde
I smeared
insmeerde
you smeared
insmeerde
he/she/it smeared
insmeerden
we smeared
insmeerden
you all smeared
insmeerden
they smeared
Future bijzin tense
zal insmeren
I will smear
zult insmeren
you will smear
zal insmeren
he/she/it will smear
zullen insmeren
we will smear
zullen insmeren
you all will smear
zullen insmeren
they will smear
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou insmeren
I would smear
zou insmeren
you would smear
zou insmeren
he/she/it would smear
zouden insmeren
we would smear
zouden insmeren
you all would smear
zouden insmeren
they would smear
Subjunctive bijzin mood
insmere
I smear
insmere
you smear
insmere
he/she/it smear
insmere
we smear
insmere
you all smear
insmere
they smear
Du
Ihr
Imperative mood
smeer in
smear
smeert in
smear

Examples of insmeren

Example in DutchTranslation in English
Dus als we onszelf ermee insmeren, kunnen we misschien door de tunnels zonder dat ze ons opmerken.If we smear ourselves with them, perhaps we can pass through the tunnels undetected.
Ik zou de bal met pindakaas kunnen insmeren maar dat is beneden je waardigheid. En die van mij.Well, I suppose I could smear the ball with peanut butter, but that would be beneath your dignity... and mine.
- Is dat het spul waar we ons zelf mee ingesmeerd hebben?- Is that what we smeared ourselves with?
Al de vreselijke lange dagen en nachten... waarbij je zijn gastvrouw bij belachelijke gala's moet zijn... dat je aan z'n zijde moet staan met je tanden ingesmeerd met vaseline... zodat je lach stralend is, alsof je een wassen beeld bent.All the hideously long days and nights you're about to spend hosting ridiculous galas and balls, standing by his side, your teeth smeared with Vaseline so your smile stays wide and bright like you're some kind of wax figure.
Die smerige klootzakken, ze hebben de rits met secondelijm ingesmeerd zodat junior het niet goed kon controleren.Those filthy bastards, they have the zipper with glue smeared so junior could not check properly.
Of z'n hoef is met bloed ingesmeerd om 't op 'n ongeluk te laten lijken.Or the hoof was smeared to make it appear accidental?
Het behang trekt als je het insmeert.It works if you smear it.
Je lijkt wel een aap in de dierentuin die zich met zijn eigen stront insmeert.You are like a zoo monkey smeared in his own feces.
Je noemde me net een aap in de dierentuin die zich met zijn eigen stront insmeert... wat ik eigenlijk wel grappig vond.You just called me a zoo monkey smeared in my own feces... which I actually thought was kind of funny.
Daar had je aan moeten denken voor je m'n bureau insmeerde met inkt. Kon ik niks aan doen.You should have thought of that before you smeared ink all over my desk.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afsmeren
smear
besmeren
decide
insturen
do
intueren
do
invoeren
introduce
inzweren
do
opsmeren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'smear':

None found.
Learning languages?