Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

inschikken

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of inschikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schik in
I do
schikt in
you do
schikt in
he/she/it does
schikken in
we do
schikken in
you all do
schikken in
they do
Present perfect tense
heb ingeschikt
I have done
hebt ingeschikt
you have done
heeft ingeschikt
he/she/it has done
hebben ingeschikt
we have done
hebben ingeschikt
you all have done
hebben ingeschikt
they have done
Past tense
schikte in
I did
schikte in
you did
schikte in
he/she/it did
schikten in
we did
schikten in
you all did
schikten in
they did
Future tense
zal inschikken
I will do
zult inschikken
you will do
zal inschikken
he/she/it will do
zullen inschikken
we will do
zullen inschikken
you all will do
zullen inschikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inschikken
I would do
zou inschikken
you would do
zou inschikken
he/she/it would do
zouden inschikken
we would do
zouden inschikken
you all would do
zouden inschikken
they would do
Subjunctive mood
schikke in
I do
schikke in
you do
schikke in
he/she/it do
schikke in
we do
schikke in
you all do
schikke in
they do
Past perfect tense
had ingeschikt
I had done
had ingeschikt
you had done
had ingeschikt
he/she/it had done
hadden ingeschikt
we had done
hadden ingeschikt
you all had done
hadden ingeschikt
they had done
Future perf.
zal ingeschikt hebben
I will have done
zal ingeschikt hebben
you will have done
zal ingeschikt hebben
he/she/it will have done
zullen ingeschikt hebben
we will have done
zullen ingeschikt hebben
you all will have done
zullen ingeschikt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingeschikt hebben
I would have done
zou ingeschikt hebben
you would have done
zou ingeschikt hebben
he/she/it would have done
zouden ingeschikt hebben
we would have done
zouden ingeschikt hebben
you all would have done
zouden ingeschikt hebben
they would have done
Present bijzin tense
inschik
I do
inschikt
you do
inschikt
he/she/it does
inschikken
we do
inschikken
you all do
inschikken
they do
Past bijzin tense
inschikte
I did
inschikte
you did
inschikte
he/she/it did
inschikten
we did
inschikten
you all did
inschikten
they did
Future bijzin tense
zal inschikken
I will do
zult inschikken
you will do
zal inschikken
he/she/it will do
zullen inschikken
we will do
zullen inschikken
you all will do
zullen inschikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inschikken
I would do
zou inschikken
you would do
zou inschikken
he/she/it would do
zouden inschikken
we would do
zouden inschikken
you all would do
zouden inschikken
they would do
Subjunctive bijzin mood
inschikke
I do
inschikke
you do
inschikke
he/she/it do
inschikke
we do
inschikke
you all do
inschikke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
schik in
do
schikt in
do

Examples of inschikken

Ik denk dat het eerlijk is dat degene die het eerst waren kunnen blijven, en de rest moet, zeg maar, inschikken.

I think it's fair that the people who got here first can stay, and the person who doesn't can, you know, compromise.

Kun je nog een beetje inschikken?

Can you squash down just a little bit more?

We moeten inschikken en sommige pleiters hebben geen kantoor.

We have to double up, and some litigators are without offices.

Kijk of je je kunt schikken in wat wij doen.

See if you could find your way into what we're doing here.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES