Inschepen (to embark) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of inschepen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
scheep in
I embark
scheept in
you embark
scheept in
he/she/it embarks
schepen in
we embark
schepen in
you all embark
schepen in
they embark
Present perfect tense
heb ingescheept
I have embarked
hebt ingescheept
you have embarked
heeft ingescheept
he/she/it has embarked
hebben ingescheept
we have embarked
hebben ingescheept
you all have embarked
hebben ingescheept
they have embarked
Past tense
scheepte in
I embarked
scheepte in
you embarked
scheepte in
he/she/it embarked
scheepten in
we embarked
scheepten in
you all embarked
scheepten in
they embarked
Future tense
zal inschepen
I will embark
zult inschepen
you will embark
zal inschepen
he/she/it will embark
zullen inschepen
we will embark
zullen inschepen
you all will embark
zullen inschepen
they will embark
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inschepen
I would embark
zou inschepen
you would embark
zou inschepen
he/she/it would embark
zouden inschepen
we would embark
zouden inschepen
you all would embark
zouden inschepen
they would embark
Subjunctive mood
schepe in
I embark
schepe in
you embark
schepe in
he/she/it embark
schepe in
we embark
schepe in
you all embark
schepe in
they embark
Past perfect tense
had ingescheept
I had embarked
had ingescheept
you had embarked
had ingescheept
he/she/it had embarked
hadden ingescheept
we had embarked
hadden ingescheept
you all had embarked
hadden ingescheept
they had embarked
Future perf.
zal ingescheept hebben
I will have embarked
zal ingescheept hebben
you will have embarked
zal ingescheept hebben
he/she/it will have embarked
zullen ingescheept hebben
we will have embarked
zullen ingescheept hebben
you all will have embarked
zullen ingescheept hebben
they will have embarked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingescheept hebben
I would have embarked
zou ingescheept hebben
you would have embarked
zou ingescheept hebben
he/she/it would have embarked
zouden ingescheept hebben
we would have embarked
zouden ingescheept hebben
you all would have embarked
zouden ingescheept hebben
they would have embarked
Present bijzin tense
inscheep
I embark
inscheept
you embark
inscheept
he/she/it embarks
inschepen
we embark
inschepen
you all embark
inschepen
they embark
Past bijzin tense
inscheepte
I embarked
inscheepte
you embarked
inscheepte
he/she/it embarked
inscheepten
we embarked
inscheepten
you all embarked
inscheepten
they embarked
Future bijzin tense
zal inschepen
I will embark
zult inschepen
you will embark
zal inschepen
he/she/it will embark
zullen inschepen
we will embark
zullen inschepen
you all will embark
zullen inschepen
they will embark
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inschepen
I would embark
zou inschepen
you would embark
zou inschepen
he/she/it would embark
zouden inschepen
we would embark
zouden inschepen
you all would embark
zouden inschepen
they would embark
Subjunctive bijzin mood
inschepe
I embark
inschepe
you embark
inschepe
he/she/it embark
inschepe
we embark
inschepe
you all embark
inschepe
they embark
Du
Ihr
Imperative mood
scheep in
embark
scheept in
embark

Examples of inschepen

Example in DutchTranslation in English
Als alle moeilijkheden waren te overzien aan het begin van een reis, Mr McGinnis... dan zouden enkelen zich maar inschepen.If all difficulties were known at the outset of a long journey, Mr. McGinnis, few of us would ever embark at all.
En nu in volle ren naar Dover waar we ons zullen inschepen naar Frankrijk.- Ohhh. And now we will ride full tilt to Dover, and there embark for France.
Het slechte nieuws is dat jullie niet allemaal zullen inschepen voor deze opwindende nieuwe reis met mij.The bad news is that not all of you will be embarking on this exciting new journey with me.
Hij ging inschepen.He was going to embark!
Ik moet een heel legioen inschepen.The lighthouse, Rufio? Can I embark a legion in five minutes?
Maar u gaat via het water naar Debba. Formeer daar. Ga via de woestijn naar Metemma, en scheep in naar Khartoum.But you will go ahead by water to Debba... make a formation there... and then take the desert crossing to Metemmah... there to embark for Khartoum.
Het gerucht gaat dat jullie aan boord willen gaan van Cilisiaanse schepen in de haven van Brundusium.Word has been received that you wish to embark your armies... on the Cilician ships from the Italian port of Brundusium.
En daarom, terwijl we het zeil hijsen vragen wij om Gods zegen voor het hachelijkste, en gevaarlijkste, en grootste avontuur waarvoor de mens ooit heeft ingescheept.And, therefore, as we set sail... we ask God's blessing... on the most hazardous and dangerous... and greatest adventure on which man has ever embarked.
Toen Kennedy aankondigde dat we naar de Maan zouden gaan, zei hij, dat het, het grootste avontuur was, waarvoor een mens zich ooit had ingescheept.When Kennedy announced that we would go to the moon, he said it was the greatest adventure on which man has ever embarked.
Troepen werden meerdere malen ingescheept zonder de juiste uitrusting.The troops had embarked, had disembarked e had embarked of new, without the essential equipment.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afschepen
put off
inschalen
do
opschepen
inflict

Similar but longer

inscheppen
do
inscherpen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'embark':

None found.
Learning languages?