Impliceren (to imply) conjugation

Dutch
30 examples

Conjugation of impliceren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
impliceer
I imply
impliceert
you imply
impliceert
he/she/it implies
impliceren
we imply
impliceren
you all imply
impliceren
they imply
Present perfect tense
heb geïmpliceerd
I have implied
hebt geïmpliceerd
you have implied
heeft geïmpliceerd
he/she/it has implied
hebben geïmpliceerd
we have implied
hebben geïmpliceerd
you all have implied
hebben geïmpliceerd
they have implied
Past tense
impliceerde
I implied
impliceerde
you implied
impliceerde
he/she/it implied
impliceerden
we implied
impliceerden
you all implied
impliceerden
they implied
Future tense
zal impliceren
I will imply
zult impliceren
you will imply
zal impliceren
he/she/it will imply
zullen impliceren
we will imply
zullen impliceren
you all will imply
zullen impliceren
they will imply
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou impliceren
I would imply
zou impliceren
you would imply
zou impliceren
he/she/it would imply
zouden impliceren
we would imply
zouden impliceren
you all would imply
zouden impliceren
they would imply
Subjunctive mood
implicere
I imply
implicere
you imply
implicere
he/she/it imply
implicere
we imply
implicere
you all imply
implicere
they imply
Past perfect tense
had geïmpliceerd
I had implied
had geïmpliceerd
you had implied
had geïmpliceerd
he/she/it had implied
hadden geïmpliceerd
we had implied
hadden geïmpliceerd
you all had implied
hadden geïmpliceerd
they had implied
Future perf.
zal geïmpliceerd hebben
I will have implied
zal geïmpliceerd hebben
you will have implied
zal geïmpliceerd hebben
he/she/it will have implied
zullen geïmpliceerd hebben
we will have implied
zullen geïmpliceerd hebben
you all will have implied
zullen geïmpliceerd hebben
they will have implied
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geïmpliceerd hebben
I would have implied
zou geïmpliceerd hebben
you would have implied
zou geïmpliceerd hebben
he/she/it would have implied
zouden geïmpliceerd hebben
we would have implied
zouden geïmpliceerd hebben
you all would have implied
zouden geïmpliceerd hebben
they would have implied
Du
Ihr
Imperative mood
impliceer
imply
impliceert
imply

Examples of impliceren

Example in DutchTranslation in English
- Ik wilde niet impliceren dat ik je nu kon inhuren.I didn't mean to imply that I could hire you right now.
- Ik wilde niet impliceren dat je dacht... Zo dom ben ik niet.I didn't mean to imply that you thought she was on...
- We impliceren helemaal niets, of wel?We're not implying anything, are we?
Als de verdediging wil impliceren dat diegene die Mr. Kelly vermoorde... dezelfde mysterieuze schurk is die zogenaamd Mr. Delamar vermoorde... zal dat de Jury in verwarring brengen.If the defense is going to imply that whoever killed Mr. Kelly is the same mysterious villain that supposedly killed Mr. Delamar that will confuse and mislead the jury.
Als je wilt impliceren dat ik iets met de terroristische activiteiten te maken heb... omdat Oliver Queen me financieel ondersteunt...If you're trying to imply that I'm involved with these terrorist activities, because of Oliver Queen's funding...?
- Ik impliceer niets.I imply nothing.
- Ik impliceer niks.- I'm not implying anything.
- Wat impliceer je?- What are you implying?
Daarmee impliceer je dat... Hoest, jullie vaker samen waren of? Het was een missie, Lana.implying that you two haven't ever, cough, been together, or...
- Edelachtbare, de raadsheer impliceert een bindend contract tussen vader en zoon, ondanks dat ik toevallig weet dat hij zelf zo'n contract met zijn zoon niet nakwam toen hij hem een BMX fiets beloofde, als hij naar Latijnkamp zou gaan toen hij negen was.Your honor, opposing counsel is implying a binding contract between a father and son, even though I happen to know he himself broke such a contract to his son when he promised him a BMX bike if he went to Latin camp when he was 9.
Aangezien 't uit zijn collectie komt, is het kapot maken een belediging die impliceert dat hij slechte smaak heeft en dat 't weinig waarde had voor de president.Since it came out of his collection, breaking it would amount to a personal affront implying he had bad taste and that it was of little value to the president.
Als je impliceert wat ik denk dat je impliceert... verdienen jullie elkaar echt.If you're implying what I think you're implying no two people deserve each other more.
Als politiek officier op deze boot en als je vriend, is het mijn plicht je te vertellen dat... als je zelfs maar een verraderlijke bedoeling impliceert... over elite KGB-officieren, zonder bewijs of reden... je dan voorgedragen zal worden voor aanklacht van wangedrag van het Militair Wetboek.Well, as political officer on this boat and as your friend, it's my duty to tell you that if you even imply treasonous intent of elite KGB officers without proper evidence or cause, you'll be put up for charges of misconduct of the Code of Military Justice.
Als u impliceert dat ik mijn man vermoord heb om met iemand anders te kunnen zijn, zit u er naast.If you're implying that I murdered my husband to be with someone else, you're mistaken.
Als ze had bekend dat ze voor John kwam had dat, ten onrechte, geïmpliceerd dat ze iets met elkaar hadden.If Annie had told the police she wanted to talk to John on his own, it might, however unjustly, have implied his involvement in some kind of affair.
Dat werd geïmpliceerd.That was implied.
Er is niets geïmpliceerd.There's no implied dibs in dibs.
Ik heb heel insubtiel geïmpliceerd hoe ik over haar denk.I have very unsubtly implied how I feel about her.
Ik was het met veel dingen niet eens. Er werd veel geïmpliceerd.Frankly, I take issue with a lot of the things that were said, a lot of the things that were implied.
- Nou, het impliceerde dat... ik weet dat het raar klinkt, maar het impliceerde dat we een koppel waren.- Well, it implied that... I know this sounds crazy, but it implied that we were a couple.
- Ze impliceerde het.- They implied it.
Alleen omdat Reed dat impliceerde.Only because Reed implied as much.
Allison had die griezelige camera, en ik was... ze impliceerde dat we...Allison had that freaking camera, and I was-- she implied that we were--
Dat impliceerde dat toontje.She implied it with her little "How was L.A.?" tone.
Herinner je hoe ongerust hij werd toen we impliceerden dat hij van zijn dochter vervreemdt was.Remember how-- how upset he got when we implied that him and his daughter were estranged.
- Je interviewt onze klanten, implicerend dat Raymond een moordenaar is!- You are interviewing our clients, implying Raymond is a murderer!
Daarbij implicerend dat ik niet in staat ben mijn eigen besluiten te nemen.Thereby implying I'm incapable of making my own judgments.
Hij zei dat hij in een land was met slechte receptie... implicerend dat hij bij de stamleden zat.He said that he was in a place in the country with bad cell reception, implying he was in the Tribals.
Jij bent degene die het ouderschap altijd promoot daarbij implicerend dat mijn leven onvolledig is, omdat ik geen kind heb.You're the one who's always touting parenthood, implying that my life is incomplete because I don't have a child.
Mevrouw Paulson, Leo Attinger zegt dat u een boze voicemail insprak implicerend dat hij u een pakket gestuurd had, dat ervoor zorgde dat u uw man zijn senaatszetel afsloeg?Mrs. Paulson, Leo Attinger says that you left him an angry voice mail implying that he'd sent you some sort of a package that caused you to turn down your husband's Senate seat?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dupliceren
harm
expliceren
expire
imploderen
implode
repliceren
reply

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

hemmen
do
herordenen
reorder
hosten
host
huwen
marry
implanteren
implant
implementeren
implant
imploderen
implode
inbusselen
do
includeren
include
indampen
evaporate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'imply':

None found.
Learning languages?