Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Gymmen (to do gym) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gym
gymt
gymt
gymmen
gymmen
gymmen
Present perfect tense
heb gegymd
hebt gegymd
heeft gegymd
hebben gegymd
hebben gegymd
hebben gegymd
Past tense
gymde
gymde
gymde
gymden
gymden
gymden
Future tense
zal gymmen
zult gymmen
zal gymmen
zullen gymmen
zullen gymmen
zullen gymmen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou gymmen
zou gymmen
zou gymmen
zouden gymmen
zouden gymmen
zouden gymmen
Subjunctive mood
gymme
gymme
gymme
gymme
gymme
gymme
Past perfect tense
had gegymd
had gegymd
had gegymd
hadden gegymd
hadden gegymd
hadden gegymd
Future perf.
zal gegymd hebben
zal gegymd hebben
zal gegymd hebben
zullen gegymd hebben
zullen gegymd hebben
zullen gegymd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegymd hebben
zou gegymd hebben
zou gegymd hebben
zouden gegymd hebben
zouden gegymd hebben
zouden gegymd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
gym
gymt

Examples of gymmen

Example in DutchTranslation in English
gymmen
Laat maar zien of je nog kunt gymmen.		Let's see if you can still do gymnastics.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bommen
do
dammen
play draughts
dimmen
dimension
galmen
reverberate
gommen
gum
gummen
do
hemmen
do
hummen
hem
jammen
do
kammen
comb
kimmen
do
mommen
do
rammen
ram
remmen
brake
simmen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

gereedkomen
do
gratificeren
do
grimeren
make up
grollen
do
grondvesten
base
groothouden
big love
guillotineren
guillotine
gutsen
gouge
haaien
do
hangen
droop

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do gym':

None found.