Fonceren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of fonceren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fonceer
I do
fonceert
you do
fonceert
he/she/it does
fonceren
we do
fonceren
you all do
fonceren
they do
Present perfect tense
heb gefonceerd
I have done
hebt gefonceerd
you have done
heeft gefonceerd
he/she/it has done
hebben gefonceerd
we have done
hebben gefonceerd
you all have done
hebben gefonceerd
they have done
Past tense
fonceerde
I did
fonceerde
you did
fonceerde
he/she/it did
fonceerden
we did
fonceerden
you all did
fonceerden
they did
Future tense
zal fonceren
I will do
zult fonceren
you will do
zal fonceren
he/she/it will do
zullen fonceren
we will do
zullen fonceren
you all will do
zullen fonceren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou fonceren
I would do
zou fonceren
you would do
zou fonceren
he/she/it would do
zouden fonceren
we would do
zouden fonceren
you all would do
zouden fonceren
they would do
Subjunctive mood
foncere
I do
foncere
you do
foncere
he/she/it do
foncere
we do
foncere
you all do
foncere
they do
Past perfect tense
had gefonceerd
I had done
had gefonceerd
you had done
had gefonceerd
he/she/it had done
hadden gefonceerd
we had done
hadden gefonceerd
you all had done
hadden gefonceerd
they had done
Future perf.
zal gefonceerd hebben
I will have done
zal gefonceerd hebben
you will have done
zal gefonceerd hebben
he/she/it will have done
zullen gefonceerd hebben
we will have done
zullen gefonceerd hebben
you all will have done
zullen gefonceerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefonceerd hebben
I would have done
zou gefonceerd hebben
you would have done
zou gefonceerd hebben
he/she/it would have done
zouden gefonceerd hebben
we would have done
zouden gefonceerd hebben
you all would have done
zouden gefonceerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
fonceer
do
fonceert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

farceren
stuff
foeteren
groan
folteren
torture
forceren
force
formeren
format
lanceren
launch

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

fietskamperen
bicycle camping
fijnslaan
fine strike
flikkeren
flicker
fluiten
flute
fluorideren
fluoresce
fokken
breed
fomenteren
do
fonduen
fondue
fulmineren
junket
futselen
fribble

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?