Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Dementeren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dementeer
dementeert
dementeert
dementeren
dementeren
dementeren
Present perfect tense
ben gedementeerd
bent gedementeerd
is gedementeerd
zijn gedementeerd
zijn gedementeerd
zijn gedementeerd
Past tense
dementeerde
dementeerde
dementeerde
dementeerden
dementeerden
dementeerden
Future tense
zal dementeren
zult dementeren
zal dementeren
zullen dementeren
zullen dementeren
zullen dementeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dementeren
zou dementeren
zou dementeren
zouden dementeren
zouden dementeren
zouden dementeren
Subjunctive mood
dementere
dementere
dementere
dementere
dementere
dementere
Past perfect tense
was gedementeerd
was gedementeerd
was gedementeerd
waren gedementeerd
waren gedementeerd
waren gedementeerd
Future perf.
zal gedementeerd zijn
zal gedementeerd zijn
zal gedementeerd zijn
zullen gedementeerd zijn
zullen gedementeerd zijn
zullen gedementeerd zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedementeerd zijn
zou gedementeerd zijn
zou gedementeerd zijn
zouden gedementeerd zijn
zouden gedementeerd zijn
zouden gedementeerd zijn
Du
Ihr
Imperative mood
dementeer
dementeert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

cementeren
do
decanteren
decant
demonteren
demonstrate
fomenteren
do
lamenteren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.