Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Clusteren (to cluster) conjugation

Dutch
11 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
cluster
clustert
clustert
clusteren
clusteren
clusteren
Present perfect tense
heb geclusterd
hebt geclusterd
heeft geclusterd
hebben geclusterd
hebben geclusterd
hebben geclusterd
Past tense
clusterde
clusterde
clusterde
clusterden
clusterden
clusterden
Future tense
zal clusteren
zult clusteren
zal clusteren
zullen clusteren
zullen clusteren
zullen clusteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou clusteren
zou clusteren
zou clusteren
zouden clusteren
zouden clusteren
zouden clusteren
Subjunctive mood
clustere
clustere
clustere
clustere
clustere
clustere
Past perfect tense
had geclusterd
had geclusterd
had geclusterd
hadden geclusterd
hadden geclusterd
hadden geclusterd
Future perf.
zal geclusterd hebben
zal geclusterd hebben
zal geclusterd hebben
zullen geclusterd hebben
zullen geclusterd hebben
zullen geclusterd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geclusterd hebben
zou geclusterd hebben
zou geclusterd hebben
zouden geclusterd hebben
zouden geclusterd hebben
zouden geclusterd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
cluster
clustert

Examples of clusteren

Example in DutchTranslation in English
Meneer, kent u de term 'clusteren'?Sir, are you familiar with the term, uh, "clustering"?
"Een cluster," noemden ze het."A cluster," they called it.
't Blijkt dat ieder licht een cluster gevallen engelen vertegenwoordigd.So? So it turns out each light was where a cluster of angels fell.
- Als de cluster passeert... zal de hele aarde bestraald worden.It means by the time the cluster passes by, every inch of the Earth will be saturated with massive amounts of radiation.
-Een cluster, drie foto's.This photo cluster. These three.
...het lijkt erop dat een cluster meteoren... CAMP PENDLETON MARINEBASIS morgenochtend door de dampkring komt.--to the Pacific for our next report, where a cluster of meteors is predicted to enter our atmosphere in the early hours tomorrow morning.
Bloemkool, van het Latijnse caulis floris, een zelfstandig naamwoord Een groep van nauw met elkaar geclusterd ... bloemknoppen.Cauliflower, from the Latin caulis Floris, a noun A group of tightly clustered... Flower buds.
Degenen die nog op de Garzaschool zaten werden in één klas geclusterd.The ones who were still at the garza school Were clustered into a single class.
Distributies zijn geclusterd in Soho, maar het strekt zich uit tot Wood Green.Distribution's clustered in Soho, but extends as far as Wood Green.
Het toonde een hoogst ongebruikelijke geografische spreiding van verschillende soorten kanker in China, die de neiging hadden om te worden geclusterd in een aantal hot spots.It showed a highly unusual geographical distribution of different types of cancer in China, which tended to be clustered in certain hot spots.
Redelijk geclusterd.Fairly clustered.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cluster':

None found.