Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bepoten (to forest) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bepoot
bepoot
bepoot
bepoten
bepoten
bepoten
Present perfect tense
heb bepoot
hebt bepoot
heeft bepoot
hebben bepoot
hebben bepoot
hebben bepoot
Past tense
bepootte
bepootte
bepootte
bepootten
bepootten
bepootten
Future tense
zal bepoten
zult bepoten
zal bepoten
zullen bepoten
zullen bepoten
zullen bepoten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bepoten
zou bepoten
zou bepoten
zouden bepoten
zouden bepoten
zouden bepoten
Subjunctive mood
bepote
bepote
bepote
bepote
bepote
bepote
Past perfect tense
had bepoot
had bepoot
had bepoot
hadden bepoot
hadden bepoot
hadden bepoot
Future perf.
zal bepoot hebben
zal bepoot hebben
zal bepoot hebben
zullen bepoot hebben
zullen bepoot hebben
zullen bepoot hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bepoot hebben
zou bepoot hebben
zou bepoot hebben
zouden bepoot hebben
zouden bepoot hebben
zouden bepoot hebben
Du
Ihr
Imperative mood
bepoot
bepoot

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beesten
do
bemeten
do
bepalen
determine
bersten
burst
ompoten
do

Similar but longer

bepotelen
grope

Random

bekuipen
do
believen
please
benauwen
oppress
benieuwen
do
bepissen
piss
bepotelen
grope
bepraten
forest
berekenen
calculate
beroven
rob
beschieten
fire upon

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'forest':

None found.