Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afbalken (to do) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
balk af
balkt af
balkt af
balken af
balken af
balken af
Present perfect tense
heb afgebalkt
hebt afgebalkt
heeft afgebalkt
hebben afgebalkt
hebben afgebalkt
hebben afgebalkt
Past tense
balkte af
balkte af
balkte af
balkten af
balkten af
balkten af
Future tense
zal afbalken
zult afbalken
zal afbalken
zullen afbalken
zullen afbalken
zullen afbalken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afbalken
zou afbalken
zou afbalken
zouden afbalken
zouden afbalken
zouden afbalken
Subjunctive mood
balke af
balke af
balke af
balke af
balke af
balke af
Past perfect tense
had afgebalkt
had afgebalkt
had afgebalkt
hadden afgebalkt
hadden afgebalkt
hadden afgebalkt
Future perf.
zal afgebalkt hebben
zal afgebalkt hebben
zal afgebalkt hebben
zullen afgebalkt hebben
zullen afgebalkt hebben
zullen afgebalkt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgebalkt hebben
zou afgebalkt hebben
zou afgebalkt hebben
zouden afgebalkt hebben
zouden afgebalkt hebben
zouden afgebalkt hebben
Present bijzin tense
afbalk
afbalkt
afbalkt
afbalken
afbalken
afbalken
Past bijzin tense
afbalkte
afbalkte
afbalkte
afbalkten
afbalkten
afbalkten
Future bijzin tense
zal afbalken
zult afbalken
zal afbalken
zullen afbalken
zullen afbalken
zullen afbalken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afbalken
zou afbalken
zou afbalken
zouden afbalken
zouden afbalken
zouden afbalken
Subjunctive bijzin mood
afbalke
afbalke
afbalke
afbalke
afbalke
afbalke
Du
Ihr
Imperative mood
balk af
balkt af

Examples of afbalken

Example in DutchTranslation in English
Hij zei dat ik niet van deze balk af mocht klimmen.He told me I couldn't climb down off this beam.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbakken
bake
afbekken
do
afbikken
do
afboeken
flush
afbonken
do
afbreken
do
afkalken
do
afmelken
perform milking
afpulken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.