Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afbekken (to do) conjugation

Dutch
9 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bek af
bekt af
bekt af
bekken af
bekken af
bekken af
Present perfect tense
heb afgebekt
hebt afgebekt
heeft afgebekt
hebben afgebekt
hebben afgebekt
hebben afgebekt
Past tense
bekte af
bekte af
bekte af
bekten af
bekten af
bekten af
Future tense
zal afbekken
zult afbekken
zal afbekken
zullen afbekken
zullen afbekken
zullen afbekken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afbekken
zou afbekken
zou afbekken
zouden afbekken
zouden afbekken
zouden afbekken
Subjunctive mood
bekke af
bekke af
bekke af
bekke af
bekke af
bekke af
Past perfect tense
had afgebekt
had afgebekt
had afgebekt
hadden afgebekt
hadden afgebekt
hadden afgebekt
Future perf.
zal afgebekt hebben
zal afgebekt hebben
zal afgebekt hebben
zullen afgebekt hebben
zullen afgebekt hebben
zullen afgebekt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgebekt hebben
zou afgebekt hebben
zou afgebekt hebben
zouden afgebekt hebben
zouden afgebekt hebben
zouden afgebekt hebben
Present bijzin tense
afbek
afbekt
afbekt
afbekken
afbekken
afbekken
Past bijzin tense
afbekte
afbekte
afbekte
afbekten
afbekten
afbekten
Future bijzin tense
zal afbekken
zult afbekken
zal afbekken
zullen afbekken
zullen afbekken
zullen afbekken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afbekken
zou afbekken
zou afbekken
zouden afbekken
zouden afbekken
zouden afbekken
Subjunctive bijzin mood
afbekke
afbekke
afbekke
afbekke
afbekke
afbekke
Du
Ihr
Imperative mood
bek af
bekt af

Examples of afbekken

Example in DutchTranslation in English
Ik kan niet met een huwelijk bezig zijn terwijl Sadie en Ricky elkaar afbekken.I can't do this. I can't work a wedding while Sadie and Ricky gnaw on each other.
Ik wil niemand afbekken... maar Denver heeft geen schijn van kans.I don't like to really "trash-talk," but, I don't think Denver has a chance.
Je moet ze af en toe afbekken.George, they don't respect you Because they're not scared of you.
Oké, ze moet Rachel niet afbekken, maar ze hoeft niet in therapie.I don't need this, Erica. - Not today. - What're you talking about?
Wat matrozen afbekken of tijd doorbrengen met m'n dochter?Dressing down a couple of sailors or spending time with my daughter?
Als een vrouw mij afbekt, zeg ik: 'Hé, jij gaat de was doen... 'If a woman ever gave me crap, I'd say, "Hey, you go do my laundry!"
Hoe kun je blijven lachen terwijl iedereen je afbekt?How do you sit here every day taking crap from people and you keep smiling?
Maar dat geeft niet. Als iemand me zo afbekt is dat de laatste druppel, maar goed...But don't be sorry, someone torments me like that ...
Voor je me afbekt of wegstuurt, ik kom alleen omdat het moet.Now, before you say, "What do you want" or "Get the hell out," consider that I wouldn't be here if I didn't have to be.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbakken
bake
afbalken
do
afbellen
cancel by telephone
afbetten
dab
afbeulen
override
afbikken
do
afboeken
flush
afbonken
do
afbreken
do
afdekken
cover up
afdokken
do
afhakken
hack
aflakken
do
aflekken
do
aflikken
lick

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aantekenen
register
accommoderen
accommodate
achterraken
do
achteruitvallen
fall behind
adoreren
adore
afbeelden
do
afbeitelen
do
afbellen
cancel by telephone
afbomen
do
afbranden
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.