Abduceren (to abduct) conjugation

Dutch

Conjugation of abduceren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
abduceer
I abduct
abduceert
you abduct
abduceert
he/she/it abducts
abduceren
we abduct
abduceren
you all abduct
abduceren
they abduct
Present perfect tense
heb geabduceerd
I have abducted
hebt geabduceerd
you have abducted
heeft geabduceerd
he/she/it has abducted
hebben geabduceerd
we have abducted
hebben geabduceerd
you all have abducted
hebben geabduceerd
they have abducted
Past tense
abduceerde
I abducted
abduceerde
you abducted
abduceerde
he/she/it abducted
abduceerden
we abducted
abduceerden
you all abducted
abduceerden
they abducted
Future tense
zal abduceren
I will abduct
zult abduceren
you will abduct
zal abduceren
he/she/it will abduct
zullen abduceren
we will abduct
zullen abduceren
you all will abduct
zullen abduceren
they will abduct
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou abduceren
I would abduct
zou abduceren
you would abduct
zou abduceren
he/she/it would abduct
zouden abduceren
we would abduct
zouden abduceren
you all would abduct
zouden abduceren
they would abduct
Subjunctive mood
abducere
I abduct
abducere
you abduct
abducere
he/she/it abduct
abducere
we abduct
abducere
you all abduct
abducere
they abduct
Past perfect tense
had geabduceerd
I had abducted
had geabduceerd
you had abducted
had geabduceerd
he/she/it had abducted
hadden geabduceerd
we had abducted
hadden geabduceerd
you all had abducted
hadden geabduceerd
they had abducted
Future perf.
zal geabduceerd hebben
I will have abducted
zal geabduceerd hebben
you will have abducted
zal geabduceerd hebben
he/she/it will have abducted
zullen geabduceerd hebben
we will have abducted
zullen geabduceerd hebben
you all will have abducted
zullen geabduceerd hebben
they will have abducted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geabduceerd hebben
I would have abducted
zou geabduceerd hebben
you would have abducted
zou geabduceerd hebben
he/she/it would have abducted
zouden geabduceerd hebben
we would have abducted
zouden geabduceerd hebben
you all would have abducted
zouden geabduceerd hebben
they would have abducted
Du
Ihr
Imperative mood
abduceer
abduct
abduceert
abduct

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

abdiceren
abdicate
deduceren
deduce
induceren
do
obduceren
do
reduceren
reduce

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aantijgen
do
aantikken
flick
aanwentelen
do
aanzanden
slit up
abdiceren
abdicate
abdiqueren
do
abonneren
subscribe
accuseren
do
achteraanrennen
run after
achteraanzitten
rear seating

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'abduct':

None found.
Learning languages?