Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Abdiceren (to abdicate) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
abdiceer
abdiceert
abdiceert
abdiceren
abdiceren
abdiceren
Present perfect tense
heb geabdiceerd
hebt geabdiceerd
heeft geabdiceerd
hebben geabdiceerd
hebben geabdiceerd
hebben geabdiceerd
Past tense
abdiceerde
abdiceerde
abdiceerde
abdiceerden
abdiceerden
abdiceerden
Future tense
zal abdiceren
zult abdiceren
zal abdiceren
zullen abdiceren
zullen abdiceren
zullen abdiceren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou abdiceren
zou abdiceren
zou abdiceren
zouden abdiceren
zouden abdiceren
zouden abdiceren
Subjunctive mood
abdicere
abdicere
abdicere
abdicere
abdicere
abdicere
Past perfect tense
had geabdiceerd
had geabdiceerd
had geabdiceerd
hadden geabdiceerd
hadden geabdiceerd
hadden geabdiceerd
Future perf.
zal geabdiceerd hebben
zal geabdiceerd hebben
zal geabdiceerd hebben
zullen geabdiceerd hebben
zullen geabdiceerd hebben
zullen geabdiceerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geabdiceerd hebben
zou geabdiceerd hebben
zou geabdiceerd hebben
zouden geabdiceerd hebben
zouden geabdiceerd hebben
zouden geabdiceerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
abdiceer
abdiceert

Examples of abdiceren

Example in DutchTranslation in English
Zij zullen je dan abdiceren. In ruil garandeert mijn heer, dat hij alles zal doen wat in zijn macht ligt... om er voor te zorgen dat u en uw familie niets zal overkomen.They will abdicate your title and in return My Lord guarantees that he will do everything in his power to see that no harm comes to you or your family.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

abduceren
abduct
indiceren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanstrikken
do
aantippen
touch
aanwerpen
do
aanzitten
sit at table
aanzoeten
sweeten
aanzwaaien
be swinging
abandonneren
abandon
abdiqueren
do
achtergaan
go back
achternalopen
run after

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'abdicate':

None found.