Aanvinken (to check) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of aanvinken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vink aan
I check
vinkt aan
you check
vinkt aan
he/she/it checks
vinken aan
we check
vinken aan
you all check
vinken aan
they check
Present perfect tense
heb aangevinkt
I have checked
hebt aangevinkt
you have checked
heeft aangevinkt
he/she/it has checked
hebben aangevinkt
we have checked
hebben aangevinkt
you all have checked
hebben aangevinkt
they have checked
Past tense
vinkte aan
I checked
vinkte aan
you checked
vinkte aan
he/she/it checked
vinkten aan
we checked
vinkten aan
you all checked
vinkten aan
they checked
Future tense
zal aanvinken
I will check
zult aanvinken
you will check
zal aanvinken
he/she/it will check
zullen aanvinken
we will check
zullen aanvinken
you all will check
zullen aanvinken
they will check
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvinken
I would check
zou aanvinken
you would check
zou aanvinken
he/she/it would check
zouden aanvinken
we would check
zouden aanvinken
you all would check
zouden aanvinken
they would check
Subjunctive mood
vinke aan
I check
vinke aan
you check
vinke aan
he/she/it check
vinke aan
we check
vinke aan
you all check
vinke aan
they check
Past perfect tense
had aangevinkt
I had checked
had aangevinkt
you had checked
had aangevinkt
he/she/it had checked
hadden aangevinkt
we had checked
hadden aangevinkt
you all had checked
hadden aangevinkt
they had checked
Future perf.
zal aangevinkt hebben
I will have checked
zal aangevinkt hebben
you will have checked
zal aangevinkt hebben
he/she/it will have checked
zullen aangevinkt hebben
we will have checked
zullen aangevinkt hebben
you all will have checked
zullen aangevinkt hebben
they will have checked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevinkt hebben
I would have checked
zou aangevinkt hebben
you would have checked
zou aangevinkt hebben
he/she/it would have checked
zouden aangevinkt hebben
we would have checked
zouden aangevinkt hebben
you all would have checked
zouden aangevinkt hebben
they would have checked
Present bijzin tense
aanvink
I check
aanvinkt
you check
aanvinkt
he/she/it checks
aanvinken
we check
aanvinken
you all check
aanvinken
they check
Past bijzin tense
aanvinkte
I checked
aanvinkte
you checked
aanvinkte
he/she/it checked
aanvinkten
we checked
aanvinkten
you all checked
aanvinkten
they checked
Future bijzin tense
zal aanvinken
I will check
zult aanvinken
you will check
zal aanvinken
he/she/it will check
zullen aanvinken
we will check
zullen aanvinken
you all will check
zullen aanvinken
they will check
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvinken
I would check
zou aanvinken
you would check
zou aanvinken
he/she/it would check
zouden aanvinken
we would check
zouden aanvinken
you all would check
zouden aanvinken
they would check
Subjunctive bijzin mood
aanvinke
I check
aanvinke
you check
aanvinke
he/she/it check
aanvinke
we check
aanvinke
you all check
aanvinke
they check
Du
Ihr
Imperative mood
vink aan
check
vinkt aan
check

Examples of aanvinken

Example in DutchTranslation in English
Dan graag dit aanvinken en je initialen daar.Then please check here and initial there.
Dat vakje kon ik niet aanvinken bij een rijbewijs.'Cause I've never seen that box to check on a driver's license.
Ik weet niet zeker wat ik hier moet aanvinken.Not quite sure what box to check here.
Je moet ze dit vakje laten aanvinken.You have to get 'em to check this box on their sheet.
Ten tweede kun je nergens aanvinken dat het voor omkoopgeld is.Secondly, our forms don't have little boxes you can check for bribes.
Daarom heb ik dat hokje aangevinkt.So I checked off the box.
Dat heb ik aangevinkt.I checked that box.
Dr. Dysart had de behandelingen aangevinkt.Dr. Dysart sent us the worksheets with the procedures checked off.
Gefeliciteerd, je hebt alle vakjes aangevinkt.Congratulations, you checked all the boxes.
Hier is aangevinkt, dat hij een litteken op zijn enkel heeft.There's a little box checked there, indicating a scar on his ankle.
Ze vinkte aan dat ze geregistreerd staat als kiezer.On the application, she checked The voter registration box,
Als ik McNuggets aanvink, mag ik dan twee dipsauzen?If I check McNuggetted... you think they'll let me have two different dipping sauces?
Dat is waarom ik het vak "vertrouwelijk" aanvinkte.Which is why I checked the box marked "confidential."

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanhinken
limp
aanlonken
ogle
aanvijlen
sharpen
aanvijzen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'check':

None found.
Learning languages?