Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
aanlonken
to ogle
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
aanlonken
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lonk aan
I ogle
lonkt aan
you ogle
lonkt aan
he/she/it ogles
lonken aan
we ogle
lonken aan
you all ogle
lonken aan
they ogle
Present perfect tense
heb aangelonkt
I have ogled
hebt aangelonkt
you have ogled
heeft aangelonkt
he/she/it has ogled
hebben aangelonkt
we have ogled
hebben aangelonkt
you all have ogled
hebben aangelonkt
they have ogled
Past tense
lonkte aan
I ogled
lonkte aan
you ogled
lonkte aan
he/she/it ogled
lonkten aan
we ogled
lonkten aan
you all ogled
lonkten aan
they ogled
Future tense
zal aanlonken
I will ogle
zult aanlonken
you will ogle
zal aanlonken
he/she/it will ogle
zullen aanlonken
we will ogle
zullen aanlonken
you all will ogle
zullen aanlonken
they will ogle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanlonken
I would ogle
zou aanlonken
you would ogle
zou aanlonken
he/she/it would ogle
zouden aanlonken
we would ogle
zouden aanlonken
you all would ogle
zouden aanlonken
they would ogle
Subjunctive mood
lonke aan
I ogle
lonke aan
you ogle
lonke aan
he/she/it ogle
lonke aan
we ogle
lonke aan
you all ogle
lonke aan
they ogle
Past perfect tense
had aangelonkt
I had ogled
had aangelonkt
you had ogled
had aangelonkt
he/she/it had ogled
hadden aangelonkt
we had ogled
hadden aangelonkt
you all had ogled
hadden aangelonkt
they had ogled
Future perf.
zal aangelonkt hebben
I will have ogled
zal aangelonkt hebben
you will have ogled
zal aangelonkt hebben
he/she/it will have ogled
zullen aangelonkt hebben
we will have ogled
zullen aangelonkt hebben
you all will have ogled
zullen aangelonkt hebben
they will have ogled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangelonkt hebben
I would have ogled
zou aangelonkt hebben
you would have ogled
zou aangelonkt hebben
he/she/it would have ogled
zouden aangelonkt hebben
we would have ogled
zouden aangelonkt hebben
you all would have ogled
zouden aangelonkt hebben
they would have ogled
Present bijzin tense
aanlonk
I ogle
aanlonkt
you ogle
aanlonkt
he/she/it ogles
aanlonken
we ogle
aanlonken
you all ogle
aanlonken
they ogle
Past bijzin tense
aanlonkte
I ogled
aanlonkte
you ogled
aanlonkte
he/she/it ogled
aanlonkten
we ogled
aanlonkten
you all ogled
aanlonkten
they ogled
Future bijzin tense
zal aanlonken
I will ogle
zult aanlonken
you will ogle
zal aanlonken
he/she/it will ogle
zullen aanlonken
we will ogle
zullen aanlonken
you all will ogle
zullen aanlonken
they will ogle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanlonken
I would ogle
zou aanlonken
you would ogle
zou aanlonken
he/she/it would ogle
zouden aanlonken
we would ogle
zouden aanlonken
you all would ogle
zouden aanlonken
they would ogle
Subjunctive bijzin mood
aanlonke
I ogle
aanlonke
you ogle
aanlonke
he/she/it ogle
aanlonke
we ogle
aanlonke
you all ogle
aanlonke
they ogle
Du
Ihr
Imperative mood
lonk aan
ogle
lonkt aan
ogle
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
aanlonken
RELATED PAGES
aanhinken
limp
aanlijken
do
aanloeien
do
aanloeren
do
aanloeven
luff
aanlokken
luff
aanvinken
check
Back to Top