Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanvijzen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vijs aan
vijst aan
vijst aan
vijzen aan
vijzen aan
vijzen aan
Present perfect tense
heb aangevezen
hebt aangevezen
heeft aangevezen
hebben aangevezen
hebben aangevezen
hebben aangevezen
Past tense
vees aan
vees aan
vees aan
vezen aan
vezen aan
vezen aan
Future tense
zal aanvijzen
zult aanvijzen
zal aanvijzen
zullen aanvijzen
zullen aanvijzen
zullen aanvijzen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvijzen
zou aanvijzen
zou aanvijzen
zouden aanvijzen
zouden aanvijzen
zouden aanvijzen
Subjunctive mood
vijze aan
vijze aan
vijze aan
vijze aan
vijze aan
vijze aan
Past perfect tense
had aangevezen
had aangevezen
had aangevezen
hadden aangevezen
hadden aangevezen
hadden aangevezen
Future perf.
zal aangevezen hebben
zal aangevezen hebben
zal aangevezen hebben
zullen aangevezen hebben
zullen aangevezen hebben
zullen aangevezen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevezen hebben
zou aangevezen hebben
zou aangevezen hebben
zouden aangevezen hebben
zouden aangevezen hebben
zouden aangevezen hebben
Present bijzin tense
aanvijs
aanvijst
aanvijst
aanvijzen
aanvijzen
aanvijzen
Past bijzin tense
aanvees
aanvees
aanvees
aanvezen
aanvezen
aanvezen
Future bijzin tense
zal aanvijzen
zult aanvijzen
zal aanvijzen
zullen aanvijzen
zullen aanvijzen
zullen aanvijzen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvijzen
zou aanvijzen
zou aanvijzen
zouden aanvijzen
zouden aanvijzen
zouden aanvijzen
Subjunctive bijzin mood
aanvijze
aanvijze
aanvijze
aanvijze
aanvijze
aanvijze
Du
Ihr
Imperative mood
vijs aan
vijst aan

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanvijlen
sharpen
aanvinken
check
aanwijzen
assign

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanstormen
do
aantasten
affect
aantikken
flick
aantreden
do
aanvechten
challenge
aanvijlen
sharpen
aanvinken
check
aanwaaien
be carried by wind
aanzanden
slit up
aanzuigen
aspirate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.