Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanrazen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
raas aan
raast aan
raast aan
razen aan
razen aan
razen aan
Present perfect tense
heb aangeraasd
hebt aangeraasd
heeft aangeraasd
hebben aangeraasd
hebben aangeraasd
hebben aangeraasd
Past tense
raasde aan
raasde aan
raasde aan
raasden aan
raasden aan
raasden aan
Future tense
zal aanrazen
zult aanrazen
zal aanrazen
zullen aanrazen
zullen aanrazen
zullen aanrazen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanrazen
zou aanrazen
zou aanrazen
zouden aanrazen
zouden aanrazen
zouden aanrazen
Subjunctive mood
raze aan
raze aan
raze aan
raze aan
raze aan
raze aan
Past perfect tense
had aangeraasd
had aangeraasd
had aangeraasd
hadden aangeraasd
hadden aangeraasd
hadden aangeraasd
Future perf.
zal aangeraasd hebben
zal aangeraasd hebben
zal aangeraasd hebben
zullen aangeraasd hebben
zullen aangeraasd hebben
zullen aangeraasd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangeraasd hebben
zou aangeraasd hebben
zou aangeraasd hebben
zouden aangeraasd hebben
zouden aangeraasd hebben
zouden aangeraasd hebben
Present bijzin tense
aanraas
aanraast
aanraast
aanrazen
aanrazen
aanrazen
Past bijzin tense
aanraasde
aanraasde
aanraasde
aanraasden
aanraasden
aanraasden
Future bijzin tense
zal aanrazen
zult aanrazen
zal aanrazen
zullen aanrazen
zullen aanrazen
zullen aanrazen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanrazen
zou aanrazen
zou aanrazen
zouden aanrazen
zouden aanrazen
zouden aanrazen
Subjunctive bijzin mood
aanraze
aanraze
aanraze
aanraze
aanraze
aanraze
Du
Ihr
Imperative mood
raas aan
raast aan

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanpezen
do
aanraden
recommend
aanraken
touch
aanroken
do
afgrazen
graze

Similar but longer

aanrazeren
do

Random

aankopen
purchase
aanlokken
luff
aanmoedigen
encourage
aanpersen
do
aanranden
assault
aanrazeren
do
aanrennen
run up
aanrommelen
mess around
aanschrijven
do
aanslaan
drag along

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.