Opzakken (to do) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of opzakken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zak op
I do
zakt op
you do
zakt op
he/she/it does
zakken op
we do
zakken op
you all do
zakken op
they do
Present perfect tense
heb opgezakt
I have done
hebt opgezakt
you have done
heeft opgezakt
he/she/it has done
hebben opgezakt
we have done
hebben opgezakt
you all have done
hebben opgezakt
they have done
Past tense
zakte op
I did
zakte op
you did
zakte op
he/she/it did
zakten op
we did
zakten op
you all did
zakten op
they did
Future tense
zal opzakken
I will do
zult opzakken
you will do
zal opzakken
he/she/it will do
zullen opzakken
we will do
zullen opzakken
you all will do
zullen opzakken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opzakken
I would do
zou opzakken
you would do
zou opzakken
he/she/it would do
zouden opzakken
we would do
zouden opzakken
you all would do
zouden opzakken
they would do
Subjunctive mood
zakke op
I do
zakke op
you do
zakke op
he/she/it do
zakke op
we do
zakke op
you all do
zakke op
they do
Past perfect tense
had opgezakt
I had done
had opgezakt
you had done
had opgezakt
he/she/it had done
hadden opgezakt
we had done
hadden opgezakt
you all had done
hadden opgezakt
they had done
Future perf.
zal opgezakt hebben
I will have done
zal opgezakt hebben
you will have done
zal opgezakt hebben
he/she/it will have done
zullen opgezakt hebben
we will have done
zullen opgezakt hebben
you all will have done
zullen opgezakt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgezakt hebben
I would have done
zou opgezakt hebben
you would have done
zou opgezakt hebben
he/she/it would have done
zouden opgezakt hebben
we would have done
zouden opgezakt hebben
you all would have done
zouden opgezakt hebben
they would have done
Present bijzin tense
opzak
I do
opzakt
you do
opzakt
he/she/it does
opzakken
we do
opzakken
you all do
opzakken
they do
Past bijzin tense
opzakte
I did
opzakte
you did
opzakte
he/she/it did
opzakten
we did
opzakten
you all did
opzakten
they did
Future bijzin tense
zal opzakken
I will do
zult opzakken
you will do
zal opzakken
he/she/it will do
zullen opzakken
we will do
zullen opzakken
you all will do
zullen opzakken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opzakken
I would do
zou opzakken
you would do
zou opzakken
he/she/it would do
zouden opzakken
we would do
zouden opzakken
you all would do
zouden opzakken
they would do
Subjunctive bijzin mood
opzakke
I do
opzakke
you do
opzakke
he/she/it do
opzakke
we do
opzakke
you all do
opzakke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
zak op
do
zakt op
do

Examples of opzakken

Example in DutchTranslation in English
... valt de zak op de riek en die gooit me uit het raam.... ... en op weg naar de vrijheid, dus achteruit......thesackwillfall onthepitchfork and send me out the window... ...andon theway tofreedom, so step back.
Bij een van de meest gedurfde overvallen in de geschiedenis, heeft een gemaskerde bandiet zo'n twee miljoen buitgemaakt in een linnen zak op de renbaan van Landsdown.ln one of the most daring and carefully executed holdups in criminal history... a lone bandit wearing a rubber mask today took an estimated $2 million... stuffed into a large duffel bag from the offices of the Landsdowne Racetrack.
Een man met een kous over zijn hoofd wandelde gewoon naar binnen bij "Waldorf Savings Loan", gooide een zak op de balie, richtte een revolver op de kassier, en zei:A man wearing a stocking over his head just waltzed into Waldorf Savings Loan, tossed a bag on the counter, pointed a revolver at the cashier and said,
En wat zou je hebben gedaan als Wendell daar was in plaats van wij en je vriend had beslist iemand hoorbaar te bellen en de jongen een zak op te zetten?And what would you have done if Wendell was there instead of us and your friend decided to call an audible and cap the guy?
Hoeveel geld heb je in je zak op dit moment?How much money do you have in your pocket right now?
Het zakt op mijn knieën.If I don't they are gonna end up around my knees.
Je klimt en je zakt op de lijst, maar je komt nooit bovenaan.You're up the list one day, down the next, never at the top.
Quad-Carbon zakt op de beurs tien punten, en hij zakt verder.You know, market close today... Quad Carbon stock down $10 and falling.
Doe me 'n lol en haal die slang weg en ruim die lege zakken op.That guy don't know his butt from a rathole.
Er zijn zat open zakken op menig achterwerkWho knows what we may find There's pockets left undone On many a behind
Ga in de andere kamer en leg de inhoud van je zakken op de kast de autosleutels, de sleutels van het bureau, van het huis de firma creditcards, de chequeboek de documenten, alles.Go to the other room and leave on the desk everything you have in your pockets Car keys, as well as the office keys and home keys the credit cards of the company, the checkbooks the documents, your duties, everything.
Ik zei zakken op je knieën.Over there, I said. Get down on your knees.
Laat je zakken op de grond en handen omhoog.Put it down. Get on the ground. Put your palms in the air.
Tucci zakte op de middelbare school al voor scheikunde.Tucci didn't even pass high-School chemistry.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afzakken
saw
bezakken
do
inzakken
sag
nazakken
last drink
omhakken
fell
ompakken
repack
opbakken
veneer
opdekken
upstand ranges
opdokken
loosen up
opfokken
breed
ophakken
bluff
ophikken
do
ophokken
do
oplikken
lick
oppakken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opleveren
revive
optooien
smarten up
optyfen
do
opvatten
interpret
opzadelen
saddle up
opzeggen
do
orakelen
oracle
otteren
do
overblijven
rest
overdrijven
exaggerate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?