Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Filtreren (to filter) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of filtreren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
filtreer
I filter
filtreert
you filter
filtreert
he/she/it filters
filtreren
we filter
filtreren
you all filter
filtreren
they filter
Present perfect tense
heb gefiltreerd
I have filtered
hebt gefiltreerd
you have filtered
heeft gefiltreerd
he/she/it has filtered
hebben gefiltreerd
we have filtered
hebben gefiltreerd
you all have filtered
hebben gefiltreerd
they have filtered
Past tense
filtreerde
I filtered
filtreerde
you filtered
filtreerde
he/she/it filtered
filtreerden
we filtered
filtreerden
you all filtered
filtreerden
they filtered
Future tense
zal filtreren
I will filter
zult filtreren
you will filter
zal filtreren
he/she/it will filter
zullen filtreren
we will filter
zullen filtreren
you all will filter
zullen filtreren
they will filter
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou filtreren
I would filter
zou filtreren
you would filter
zou filtreren
he/she/it would filter
zouden filtreren
we would filter
zouden filtreren
you all would filter
zouden filtreren
they would filter
Subjunctive mood
filtrere
I filter
filtrere
you filter
filtrere
he/she/it filter
filtrere
we filter
filtrere
you all filter
filtrere
they filter
Past perfect tense
had gefiltreerd
I had filtered
had gefiltreerd
you had filtered
had gefiltreerd
he/she/it had filtered
hadden gefiltreerd
we had filtered
hadden gefiltreerd
you all had filtered
hadden gefiltreerd
they had filtered
Future perf.
zal gefiltreerd hebben
I will have filtered
zal gefiltreerd hebben
you will have filtered
zal gefiltreerd hebben
he/she/it will have filtered
zullen gefiltreerd hebben
we will have filtered
zullen gefiltreerd hebben
you all will have filtered
zullen gefiltreerd hebben
they will have filtered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefiltreerd hebben
I would have filtered
zou gefiltreerd hebben
you would have filtered
zou gefiltreerd hebben
he/she/it would have filtered
zouden gefiltreerd hebben
we would have filtered
zouden gefiltreerd hebben
you all would have filtered
zouden gefiltreerd hebben
they would have filtered
Du
Ihr
Imperative mood
filtreer
filter
filtreert
filter

Examples of filtreren

Example in DutchTranslation in English
Bij voldoende tijd om op te warmen... moet ik de meeste onzuiverheden eruit kunnen filtreren.Given adequate time to warm up, I should be able to filter out most of the impurities.
Door die minieme beweging van het beeld te combineren en te filtreren, kan het de geluiden van hun stemmen terughalen.By combining and filtering all that minute motion over the image, it can actually recover the sound of their voices.
We hebben hoge verwachtingen van het originele DNA, maar jouw biologie kunnen we niet negeren, dus nemen we wat stamcellen door jouw bloed te filtreren.We have high hopes for the original DNA, but your biology can't be ignored, so we're going to take some stem cells by filtering your blood.
Het is gefiltreerd.It's filtered.
Niet alleen vingen zij vliegende insecten in volle vlucht, zij rukten voedsel weg van de oppervlakte van de zee en filtrerend het van de ondiepe wateren.Not only were they catching flying insects in mid-air, they were snatching food from the surface of the seas and filtering it from the shallows.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

figureren
do

Similar but longer

infiltreren
infect

Random

factureren
invoice
failleren
bankrupt
falsifiëren
falsify
feliciteren
congratulate
fileren
fillet
filteren
philosophize
financieren
finance
fitnessen
do
flappen
flap
flexibiliseren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'filter':

None found.