Ageren (to act) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of ageren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ageer
I act
ageert
you act
ageert
he/she/it acts
ageren
we act
ageren
you all act
ageren
they act
Present perfect tense
heb geageerd
I have acted
hebt geageerd
you have acted
heeft geageerd
he/she/it has acted
hebben geageerd
we have acted
hebben geageerd
you all have acted
hebben geageerd
they have acted
Past tense
ageerde
I acted
ageerde
you acted
ageerde
he/she/it acted
ageerden
we acted
ageerden
you all acted
ageerden
they acted
Future tense
zal ageren
I will act
zult ageren
you will act
zal ageren
he/she/it will act
zullen ageren
we will act
zullen ageren
you all will act
zullen ageren
they will act
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ageren
I would act
zou ageren
you would act
zou ageren
he/she/it would act
zouden ageren
we would act
zouden ageren
you all would act
zouden ageren
they would act
Subjunctive mood
agere
I act
agere
you act
agere
he/she/it act
agere
we act
agere
you all act
agere
they act
Past perfect tense
had geageerd
I had acted
had geageerd
you had acted
had geageerd
he/she/it had acted
hadden geageerd
we had acted
hadden geageerd
you all had acted
hadden geageerd
they had acted
Future perf.
zal geageerd hebben
I will have acted
zal geageerd hebben
you will have acted
zal geageerd hebben
he/she/it will have acted
zullen geageerd hebben
we will have acted
zullen geageerd hebben
you all will have acted
zullen geageerd hebben
they will have acted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geageerd hebben
I would have acted
zou geageerd hebben
you would have acted
zou geageerd hebben
he/she/it would have acted
zouden geageerd hebben
we would have acted
zouden geageerd hebben
you all would have acted
zouden geageerd hebben
they would have acted
Du
Ihr
Imperative mood
ageer
act
ageert
act

Examples of ageren

Example in DutchTranslation in English
Ageren of reageren?Act ! Don't react !
Daarentegen, deze regering zal ageren.Instead, this government will act.
Een kind moet weten dat je in hen gelooft zelfs als ze ageren.A child needs to know that you believe in them even when they're acting out.
Het is tijd om te ageren.It's time for action.
Het zal niet ageren uit trots maar uit veiligheid.It acts not out of pride but for safety.
Het Rijk zal iedereen die ageert tegen zijn soevereine vorst neerslaan.The realm will strike down anyone who acts against its sovereign ruler.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aderen
do
boeren
burp
fleren
do
gieren
yaw
hoeren
do
kieren
do
koeren
bill and coo
loeren
pry
mieren
do
moeren
do
oreren
orate
pieren
do
poeren
do
roeren
stir
sieren
adorn

Similar but longer

afgeren
do
agiteren
abet
reageren
react
stageren
stagnate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'act':

None found.
Learning languages?