Vlechten (to plait) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of vlechten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vlecht
I plait
vlecht
you plait
vlecht
he/she/it plaits
vlechten
we plait
vlechten
you all plait
vlechten
they plait
Present perfect tense
heb gevlochten
I have plaited
hebt gevlochten
you have plaited
heeft gevlochten
he/she/it has plaited
hebben gevlochten
we have plaited
hebben gevlochten
you all have plaited
hebben gevlochten
they have plaited
Past tense
vlocht
I plaited
vlocht
you plaited
vlocht
he/she/it plaited
vlochten
we plaited
vlochten
you all plaited
vlochten
they plaited
Future tense
zal vlechten
I will plait
zult vlechten
you will plait
zal vlechten
he/she/it will plait
zullen vlechten
we will plait
zullen vlechten
you all will plait
zullen vlechten
they will plait
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vlechten
I would plait
zou vlechten
you would plait
zou vlechten
he/she/it would plait
zouden vlechten
we would plait
zouden vlechten
you all would plait
zouden vlechten
they would plait
Subjunctive mood
vlechte
I plait
vlechte
you plait
vlechte
he/she/it plait
vlechte
we plait
vlechte
you all plait
vlechte
they plait
Past perfect tense
had gevlochten
I had plaited
had gevlochten
you had plaited
had gevlochten
he/she/it had plaited
hadden gevlochten
we had plaited
hadden gevlochten
you all had plaited
hadden gevlochten
they had plaited
Future perf.
zal gevlochten hebben
I will have plaited
zal gevlochten hebben
you will have plaited
zal gevlochten hebben
he/she/it will have plaited
zullen gevlochten hebben
we will have plaited
zullen gevlochten hebben
you all will have plaited
zullen gevlochten hebben
they will have plaited
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevlochten hebben
I would have plaited
zou gevlochten hebben
you would have plaited
zou gevlochten hebben
he/she/it would have plaited
zouden gevlochten hebben
we would have plaited
zouden gevlochten hebben
you all would have plaited
zouden gevlochten hebben
they would have plaited
Du
Ihr
Imperative mood
vlecht
plait
vlecht
plait

Examples of vlechten

Example in DutchTranslation in English
Haal je vlechten los.Undo your plaits.
Hij trok me altijd aan mijn vlechten.He used to tug at my plaits
Hoe had zij moeten weten over het vlechten van je haar of het insmeren van je huid?How's she supposed to know about plaiting up your hair and moisturising your skin?
Vraag me niet om er vlechten in te doen, want dat lukt me niet met mijn worstvingers.Now, don't be asking me to put plaits in, because I'm rubbish with plaits, I've always had fingers like sausages.
Kijk, je vlecht is klaar.Look... your plait is ready
Mijn allereerste vlecht.My very first plait.
Mijn broer spijkerde eens mijn vlecht aan de tafel, en ik zei dat ik hem haatte, maar dat was niet zo.My brothers nailed my plait to a table once and I said I hated them, but I didn't really.
We maken een dikke vlecht.- We'll plait a thick braid.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

biechten
pray
knechten
bite
sjechten
do
slechten
raze
vluchten
flee

Similar but longer

invlechten
braid

Random

verzanden
silt
verzwaren
aggravate
verzwieren
do
vestigen
establish
vingeren
finger
vissen
fish
vlechtbenen
braid legs
vleien
flatter
vocaliseren
do
voldoen
pay

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'plait':

None found.
Learning languages?