Verwonderen (to surprise) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of verwonderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verwonder
I surprise
verwondert
you surprise
verwondert
he/she/it surprises
verwonderen
we surprise
verwonderen
you all surprise
verwonderen
they surprise
Present perfect tense
heb verwonderd
I have surprised
hebt verwonderd
you have surprised
heeft verwonderd
he/she/it has surprised
hebben verwonderd
we have surprised
hebben verwonderd
you all have surprised
hebben verwonderd
they have surprised
Past tense
verwonderde
I surprised
verwonderde
you surprised
verwonderde
he/she/it surprised
verwonderden
we surprised
verwonderden
you all surprised
verwonderden
they surprised
Future tense
zal verwonderen
I will surprise
zult verwonderen
you will surprise
zal verwonderen
he/she/it will surprise
zullen verwonderen
we will surprise
zullen verwonderen
you all will surprise
zullen verwonderen
they will surprise
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verwonderen
I would surprise
zou verwonderen
you would surprise
zou verwonderen
he/she/it would surprise
zouden verwonderen
we would surprise
zouden verwonderen
you all would surprise
zouden verwonderen
they would surprise
Subjunctive mood
verwondere
I surprise
verwondere
you surprise
verwondere
he/she/it surprise
verwondere
we surprise
verwondere
you all surprise
verwondere
they surprise
Past perfect tense
had verwonderd
I had surprised
had verwonderd
you had surprised
had verwonderd
he/she/it had surprised
hadden verwonderd
we had surprised
hadden verwonderd
you all had surprised
hadden verwonderd
they had surprised
Future perf.
zal verwonderd hebben
I will have surprised
zal verwonderd hebben
you will have surprised
zal verwonderd hebben
he/she/it will have surprised
zullen verwonderd hebben
we will have surprised
zullen verwonderd hebben
you all will have surprised
zullen verwonderd hebben
they will have surprised
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verwonderd hebben
I would have surprised
zou verwonderd hebben
you would have surprised
zou verwonderd hebben
he/she/it would have surprised
zouden verwonderd hebben
we would have surprised
zouden verwonderd hebben
you all would have surprised
zouden verwonderd hebben
they would have surprised
Du
Ihr
Imperative mood
verwonder
surprise
verwondert
surprise

Examples of verwonderen

Example in DutchTranslation in English
't Zou me verwonderen als ie er één had. Hij was zo met zichzelf bezig.I'd be surprised if he had one, he was so self absorbed.
't Zou me verwonderen, tenzij men me iets verzwijgt.I would be surprised, unless he hides me something.
Dat is niet te verwonderen.Well, that's no surprise there. This is Scott.
Dat zou me niet verwonderen Je sliep met Zuckerman.I wouldn't be surprised. You slept with zuckerman.
Dat zou me niets verwonderen.I wouldn't be surprised.
- Dat verwondert me.I'm surprised.
- Het verwondert me dat die fijngevoelige Dechamps ons een laag-bij-de-grondse man opdringt.- I'm surprised that someone as sensitive as Dechamps is forcing such a low and common man on us.
Dat verwondert me niet.Big surprise.
't Is daarom dat ik zo verwonderd ben dat je Wayne zo de baas laat spelen.That's why I'm surprised that you let Wayne boss you around.
- Het verwonderd mij niets.- I'm not surprised.
- Ik ben verwonderd dat hij kan lezen- I'm surprised he can read.
- Je lijkt verwonderd.You sound surprised.
- Klink niet zo verwonderd, inspecteur.Don't sound so surprised, Inspector.
Het verwonderde me dat je niet roekeloos werd na je verblijf daar.l'm surprised you didn't break into a rash after staying there.
Ik moet zeggen, toen ik jou bericht kreeg verwonderde mij dat.I have to say... when I got your message, I was a little bit surprised.
Wat verwonderde jou het meest van het leven in het leger?What surprised you most about Army Life?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verhinderen
prevent
verminderen
decrease
verwijderen
remove
verwilderen
revert

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verstoffelijken
materialize
vervliegen
evaporate
verwelkomen
welcome
verwikkelen
embroil
verwonden
injure
verwonen
do
verzelfstandigen
privatize
verzepen
saponify
verzetten
resist
verzuren
acidify

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'surprise':

None found.
Learning languages?