Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vertederen (to soften) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verteder
vertedert
vertedert
vertederen
vertederen
vertederen
Present perfect tense
heb vertederd
hebt vertederd
heeft vertederd
hebben vertederd
hebben vertederd
hebben vertederd
Past tense
vertederde
vertederde
vertederde
vertederden
vertederden
vertederden
Future tense
zal vertederen
zult vertederen
zal vertederen
zullen vertederen
zullen vertederen
zullen vertederen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vertederen
zou vertederen
zou vertederen
zouden vertederen
zouden vertederen
zouden vertederen
Subjunctive mood
vertedere
vertedere
vertedere
vertedere
vertedere
vertedere
Past perfect tense
had vertederd
had vertederd
had vertederd
hadden vertederd
hadden vertederd
hadden vertederd
Future perf.
zal vertederd hebben
zal vertederd hebben
zal vertederd hebben
zullen vertederd hebben
zullen vertederd hebben
zullen vertederd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vertederd hebben
zou vertederd hebben
zou vertederd hebben
zouden vertederd hebben
zouden vertederd hebben
zouden vertederd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verteder
vertedert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

veranderen
change
vergaderen
meet
vernederen
humiliate
verouderen
age

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'soften':

None found.