Verpesten (to infect) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of verpesten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verpest
I infect
verpest
you infect
verpest
he/she/it infects
verpesten
we infect
verpesten
you all infect
verpesten
they infect
Present perfect tense
heb verpest
I have infected
hebt verpest
you have infected
heeft verpest
he/she/it has infected
hebben verpest
we have infected
hebben verpest
you all have infected
hebben verpest
they have infected
Past tense
verpestte
I infected
verpestte
you infected
verpestte
he/she/it infected
verpestten
we infected
verpestten
you all infected
verpestten
they infected
Future tense
zal verpesten
I will infect
zult verpesten
you will infect
zal verpesten
he/she/it will infect
zullen verpesten
we will infect
zullen verpesten
you all will infect
zullen verpesten
they will infect
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verpesten
I would infect
zou verpesten
you would infect
zou verpesten
he/she/it would infect
zouden verpesten
we would infect
zouden verpesten
you all would infect
zouden verpesten
they would infect
Subjunctive mood
verpeste
I infect
verpeste
you infect
verpeste
he/she/it infect
verpeste
we infect
verpeste
you all infect
verpeste
they infect
Past perfect tense
had verpest
I had infected
had verpest
you had infected
had verpest
he/she/it had infected
hadden verpest
we had infected
hadden verpest
you all had infected
hadden verpest
they had infected
Future perf.
zal verpest hebben
I will have infected
zal verpest hebben
you will have infected
zal verpest hebben
he/she/it will have infected
zullen verpest hebben
we will have infected
zullen verpest hebben
you all will have infected
zullen verpest hebben
they will have infected
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verpest hebben
I would have infected
zou verpest hebben
you would have infected
zou verpest hebben
he/she/it would have infected
zouden verpest hebben
we would have infected
zouden verpest hebben
you all would have infected
zouden verpest hebben
they would have infected
Du
Ihr
Imperative mood
verpest
infect
verpest
infect

Examples of verpesten

Example in DutchTranslation in English
- Je hebt onze inval verpest.- You have infected our irruption.
Je hebt 't helemaal verpest.You have entirely infected t.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

vergasten
treat
vergisten
do
verpotten
pump
verpraten
talk away
vertasten
do
vetmesten
fatten

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vermaledijen
do
vermoorden
murder
verongelukken
die in a crash
verontreinigen
pollute
verouwelijken
do
verpauperen
pauperize
verpersoonlijken
personify
verpieteren
waste away
verreiken
enrich
verschalken
outwit

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'infect':

None found.
Learning languages?