Vetmesten (to fatten) conjugation

Dutch
15 examples

Conjugation of vetmesten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
mest vet
I fatten
mest vet
you fatten
mest vet
he/she/it fattens
mesten vet
we fatten
mesten vet
you all fatten
mesten vet
they fatten
Present perfect tense
heb vetgemest
I have fattened
hebt vetgemest
you have fattened
heeft vetgemest
he/she/it has fattened
hebben vetgemest
we have fattened
hebben vetgemest
you all have fattened
hebben vetgemest
they have fattened
Past tense
mestte vet
I fattened
mestte vet
you fattened
mestte vet
he/she/it fattened
mestten vet
we fattened
mestten vet
you all fattened
mestten vet
they fattened
Future tense
zal vetmesten
I will fatten
zult vetmesten
you will fatten
zal vetmesten
he/she/it will fatten
zullen vetmesten
we will fatten
zullen vetmesten
you all will fatten
zullen vetmesten
they will fatten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vetmesten
I would fatten
zou vetmesten
you would fatten
zou vetmesten
he/she/it would fatten
zouden vetmesten
we would fatten
zouden vetmesten
you all would fatten
zouden vetmesten
they would fatten
Subjunctive mood
meste vet
I fatten
meste vet
you fatten
meste vet
he/she/it fatten
meste vet
we fatten
meste vet
you all fatten
meste vet
they fatten
Past perfect tense
had vetgemest
I had fattened
had vetgemest
you had fattened
had vetgemest
he/she/it had fattened
hadden vetgemest
we had fattened
hadden vetgemest
you all had fattened
hadden vetgemest
they had fattened
Future perf.
zal vetgemest hebben
I will have fattened
zal vetgemest hebben
you will have fattened
zal vetgemest hebben
he/she/it will have fattened
zullen vetgemest hebben
we will have fattened
zullen vetgemest hebben
you all will have fattened
zullen vetgemest hebben
they will have fattened
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vetgemest hebben
I would have fattened
zou vetgemest hebben
you would have fattened
zou vetgemest hebben
he/she/it would have fattened
zouden vetgemest hebben
we would have fattened
zouden vetgemest hebben
you all would have fattened
zouden vetgemest hebben
they would have fattened
Present bijzin tense
vetmest
I fatten
vetmest
you fatten
vetmest
he/she/it fattens
vetmesten
we fatten
vetmesten
you all fatten
vetmesten
they fatten
Past bijzin tense
vetmestte
I fattened
vetmestte
you fattened
vetmestte
he/she/it fattened
vetmestten
we fattened
vetmestten
you all fattened
vetmestten
they fattened
Future bijzin tense
zal vetmesten
I will fatten
zult vetmesten
you will fatten
zal vetmesten
he/she/it will fatten
zullen vetmesten
we will fatten
zullen vetmesten
you all will fatten
zullen vetmesten
they will fatten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou vetmesten
I would fatten
zou vetmesten
you would fatten
zou vetmesten
he/she/it would fatten
zouden vetmesten
we would fatten
zouden vetmesten
you all would fatten
zouden vetmesten
they would fatten
Subjunctive bijzin mood
vetmeste
I fatten
vetmeste
you fatten
vetmeste
he/she/it fatten
vetmeste
we fatten
vetmeste
you all fatten
vetmeste
they fatten
Du
Ihr
Imperative mood
mest vet
fatten
mest vet
fatten

Examples of vetmesten

Example in DutchTranslation in English
- Je bent thuis, dat is wat ik doe, je vetmesten.That's what I do. I gotta fatten you up.
-Vastbinden, vetmesten en opeten.Tie him up, fatten him up and eat him up.
En je moet altijd eerst het varken vetmesten.And you always fatten the hog first.
Ik was haar aan het vetmesten... en dan kwam jij al haar eieren stelen.I was fattening her up, and then you went and stole all her eggs, and-and, well, I don't know where this metaphor is going,
Ik wil met de lente biggen kopen en ze vetmesten met maïs. Van de zomer heb ik 24 hectare tarwe.I plan to buy shoats next spring and fatten 'em on corn... and come summer I'll have 60 acres into wheat.
Alsof ze haar hebben vetgemest in een 5-sterren hotel.It's as if she were fattened up in a 5-star hotel during those 18 months.
Beesten vetgemest in acht weken in plaats van tien en tien procent vetter.Animals fattened up in eight weeks instead of ten, and ten percent more fat.
De andere is drie pond zwaarder. We hebben hem speciaal vetgemest.Well, that one is a good three pounds heavier, we fattened it up expressly.
De jongen leren voor zichzelf te zorgen... nadat ze maanden zijn vetgemest met de overvloed aan vissen.The chicks are about to learn to fend for themselves, after months of being fattened on the plentiful fish.
De vangst wordt levend ingehaald en vetgemest in een kwekerij voor de vis wordt gedood en verkocht op de internationale markten.The catch is towed back alive, then fattened up in a farm before slaughter, then sold on international markets.
Als je dat varken vetmest, eten we er een winter van.That pig fattened up feeds this family for a whole winter.
Alsof je een kalkoen vetmest voor kerst.Like fattening up a turkey for Thanksgiving.
Moet je dat zwijn zien dat ik vetmest!Look at this pig I've been fattening up!
Moet wel een hongerige beer zijn, die zich vetmest voor zijn winterslaap.Must be one hungry bear trying to fatten himself up before he goes to sleep.
Hoe vetmestend van jou.How very fattening of you.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitmesten
muck out
verpesten
infect

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fatten':

None found.
Learning languages?