Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verbruien (to do) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verbrui
verbruit
verbruit
verbruien
verbruien
verbruien
Present perfect tense
heb verbruid
hebt verbruid
heeft verbruid
hebben verbruid
hebben verbruid
hebben verbruid
Past tense
verbruide
verbruide
verbruide
verbruiden
verbruiden
verbruiden
Future tense
zal verbruien
zult verbruien
zal verbruien
zullen verbruien
zullen verbruien
zullen verbruien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verbruien
zou verbruien
zou verbruien
zouden verbruien
zouden verbruien
zouden verbruien
Subjunctive mood
verbruie
verbruie
verbruie
verbruie
verbruie
verbruie
Past perfect tense
had verbruid
had verbruid
had verbruid
hadden verbruid
hadden verbruid
hadden verbruid
Future perf.
zal verbruid hebben
zal verbruid hebben
zal verbruid hebben
zullen verbruid hebben
zullen verbruid hebben
zullen verbruid hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verbruid hebben
zou verbruid hebben
zou verbruid hebben
zouden verbruid hebben
zouden verbruid hebben
zouden verbruid hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verbrui
verbruit

Examples of verbruien

Example in DutchTranslation in English
Ik wil het niet verbruien.I don't intend to let it slip by.
Ze heeft het bij mij verbruid.I'm done with her.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verbreden
broaden
verbreken
sever
verkruien
do

Similar but longer

verbruiken
consume

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.