Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

uitzweren

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of uitzweren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zweer uit
I do
zweert uit
you do
zweert uit
he/she/it does
zweren uit
we do
zweren uit
you all do
zweren uit
they do
Present perfect tense
ben uitgezworen
I have done
bent uitgezworen
you have done
is uitgezworen
he/she/it has done
zijn uitgezworen
we have done
zijn uitgezworen
you all have done
zijn uitgezworen
they have done
Past tense
zweerde uit;zwoor uit
I did
zweerde uit;zwoor uit
you did
zweerde uit;zwoor uit
he/she/it did
zweerden uit;zworen uit
we did
zweerden uit;zworen uit
you all did
zweerden uit;zworen uit
they did
Future tense
zal uitzweren
I will do
zult uitzweren
you will do
zal uitzweren
he/she/it will do
zullen uitzweren
we will do
zullen uitzweren
you all will do
zullen uitzweren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitzweren
I would do
zou uitzweren
you would do
zou uitzweren
he/she/it would do
zouden uitzweren
we would do
zouden uitzweren
you all would do
zouden uitzweren
they would do
Subjunctive mood
zwere uit
I do
zwere uit
you do
zwere uit
he/she/it do
zwere uit
we do
zwere uit
you all do
zwere uit
they do
Past perfect tense
was uitgezworen
I had done
was uitgezworen
you had done
was uitgezworen
he/she/it had done
waren uitgezworen
we had done
waren uitgezworen
you all had done
waren uitgezworen
they had done
Future perf.
zal uitgezworen zijn
I will have done
zal uitgezworen zijn
you will have done
zal uitgezworen zijn
he/she/it will have done
zullen uitgezworen zijn
we will have done
zullen uitgezworen zijn
you all will have done
zullen uitgezworen zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgezworen zijn
I would have done
zou uitgezworen zijn
you would have done
zou uitgezworen zijn
he/she/it would have done
zouden uitgezworen zijn
we would have done
zouden uitgezworen zijn
you all would have done
zouden uitgezworen zijn
they would have done
Present bijzin tense
uitzweer
I do
uitzweert
you do
uitzweert
he/she/it does
uitzweren
we do
uitzweren
you all do
uitzweren
they do
Past bijzin tense
uitzweerde;uitzwoor
I did
uitzweerde;uitzwoor
you did
uitzweerde;uitzwoor
he/she/it did
uitzweerden;uitzworen
we did
uitzweerden;uitzworen
you all did
uitzweerden;uitzworen
they did
Future bijzin tense
zal uitzweren
I will do
zult uitzweren
you will do
zal uitzweren
he/she/it will do
zullen uitzweren
we will do
zullen uitzweren
you all will do
zullen uitzweren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitzweren
I would do
zou uitzweren
you would do
zou uitzweren
he/she/it would do
zouden uitzweren
we would do
zouden uitzweren
you all would do
zouden uitzweren
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitzwere
I do
uitzwere
you do
uitzwere
he/she/it do
uitzwere
we do
uitzwere
you all do
uitzwere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
zweer uit
do
zweert uit
do

Further details about this page

LOCATION