Example in Dutch | Translation in English |
---|---|
- Drie mannen varen uit... en er komen er maar twee terug. | Three guys sail out, maybe only two make it back. |
We varen uit. | We sail out. |
Vroeg in ochtend zijn we uitgevaren. 's Avonds gingen we met een rijtuig naar het wad. | We sailed out with a fishing boat early in the morning... and in the evening to the flats on a horse carriage. |
Language | Verb(s) | Language | Verb(s) |
---|---|---|---|
Afrikaans | afvaar |