Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitscheppen (to scoop) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of uitscheppen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schep uit
I scoop
schept uit
you scoop
schept uit
he/she/it scoops
scheppen uit
we scoop
scheppen uit
you all scoop
scheppen uit
they scoop
Present perfect tense
heb uitgeschept
I have scooped
hebt uitgeschept
you have scooped
heeft uitgeschept
he/she/it has scooped
hebben uitgeschept
we have scooped
hebben uitgeschept
you all have scooped
hebben uitgeschept
they have scooped
Past tense
schepte uit
I scooped
schepte uit
you scooped
schepte uit
he/she/it scooped
schepten uit
we scooped
schepten uit
you all scooped
schepten uit
they scooped
Future tense
zal uitscheppen
I will scoop
zult uitscheppen
you will scoop
zal uitscheppen
he/she/it will scoop
zullen uitscheppen
we will scoop
zullen uitscheppen
you all will scoop
zullen uitscheppen
they will scoop
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitscheppen
I would scoop
zou uitscheppen
you would scoop
zou uitscheppen
he/she/it would scoop
zouden uitscheppen
we would scoop
zouden uitscheppen
you all would scoop
zouden uitscheppen
they would scoop
Subjunctive mood
scheppe uit
I scoop
scheppe uit
you scoop
scheppe uit
he/she/it scoop
scheppe uit
we scoop
scheppe uit
you all scoop
scheppe uit
they scoop
Past perfect tense
had uitgeschept
I had scooped
had uitgeschept
you had scooped
had uitgeschept
he/she/it had scooped
hadden uitgeschept
we had scooped
hadden uitgeschept
you all had scooped
hadden uitgeschept
they had scooped
Future perf.
zal uitgeschept hebben
I will have scooped
zal uitgeschept hebben
you will have scooped
zal uitgeschept hebben
he/she/it will have scooped
zullen uitgeschept hebben
we will have scooped
zullen uitgeschept hebben
you all will have scooped
zullen uitgeschept hebben
they will have scooped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgeschept hebben
I would have scooped
zou uitgeschept hebben
you would have scooped
zou uitgeschept hebben
he/she/it would have scooped
zouden uitgeschept hebben
we would have scooped
zouden uitgeschept hebben
you all would have scooped
zouden uitgeschept hebben
they would have scooped
Present bijzin tense
uitschep
I scoop
uitschept
you scoop
uitschept
he/she/it scoops
uitscheppen
we scoop
uitscheppen
you all scoop
uitscheppen
they scoop
Past bijzin tense
uitschepte
I scooped
uitschepte
you scooped
uitschepte
he/she/it scooped
uitschepten
we scooped
uitschepten
you all scooped
uitschepten
they scooped
Future bijzin tense
zal uitscheppen
I will scoop
zult uitscheppen
you will scoop
zal uitscheppen
he/she/it will scoop
zullen uitscheppen
we will scoop
zullen uitscheppen
you all will scoop
zullen uitscheppen
they will scoop
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitscheppen
I would scoop
zou uitscheppen
you would scoop
zou uitscheppen
he/she/it would scoop
zouden uitscheppen
we would scoop
zouden uitscheppen
you all would scoop
zouden uitscheppen
they would scoop
Subjunctive bijzin mood
uitscheppe
I scoop
uitscheppe
you scoop
uitscheppe
he/she/it scoop
uitscheppe
we scoop
uitscheppe
you all scoop
uitscheppe
they scoop
Du
Ihr
Imperative mood
schep uit
scoop
schept uit
scoop

Examples of uitscheppen

Example in DutchTranslation in English
- Ik zou ze er zo kunnen uitscheppen.- I could just scoop them out.
Je moet hem er voorzichtig uitscheppen.We must scoop him out gently.
Voor 10 dollar extra kunt u uw ogen laten uitscheppen.For an additional $10, would you like your eyes scooped out with a melon-baller?
Ik schep uit de rivier.I'll scoop off the river.
Die kerel had zijn ballen er uitgeschept met een lepel.This guy had scooped out his nuts with a spoon.
Het lijkt alsof er een stuk is uitgeschept met een parisienneboor.And... looks like a piece of it has been scooped out, like with a melon baller.
Wel, Farley was degene die de ananas uitgeschept heeft.Well, Farley's the one who scooped out the pineapple.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitscheiden
cease
uitschelden
swear at
uitschenken
pour
uitscheuren
tear out
uitschoppen
kick off
uitschrapen
scrap
uitschulpen
engrail

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'scoop':

None found.